Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/2360

2360 Wedergeboorte van de Geest

7 juni 1942: Boek 32

Het keerpunt in het leven is de wedergeboorte van de Geest, het moment waarop u bewust de geestkracht gewaar wordt die u door mijn liefde toestroomt. Zodra u zult voelen dat u onafscheidelijk met Mij verbonden bent, zodra u zich bewust zult worden dat er zonder Mij geen bestaan voor u is, zodra u Mij in uw nabijheid zult voelen en nu dit bewustzijn uw hele leven bepaalt, dringt de geestvonk in u Mij als zijn Vadergeest tegemoet en nu bent u ontwaakt tot het eigenlijke leven, u bent wedergeboren in de Geest.

En nu zult u Mij bewust tegemoet streven. Uw willen en denken is naar Mij toegekeerd, uw handelen is in overeenstemming met mijn wil. En nu pak Ik u vast en trek Ik u naar Mij omhoog. Ik zal u geen stap meer alleen laten gaan, overal heen zal Ik u begeleiden. Ik ben om u heen en zal acht slaan op elke gedachte die Mij zoekt. Ik zal elke vraag van uw hart horen, elke smeekbede, elke verzuchting naar mijn liefde en Ik zal u helpen, ook wanneer u het niet meteen zult merken.

De liefde voor u is grenzeloos en mijn zorg voor u altijddurend en zo laat Ik geen van mijn schepselen zonder bijstand. En aan mijn kinderen denk Ik heel in het bijzonder, want dezen zijn mijn kinderen die de weg naar Mij hebben gevonden, die zich uit eigen aandrang aan Mij toevertrouwen. Hun behoort heel mijn liefde toe.

De geestelijke wedergeboorte is als de opgaande zon: steeds stralender verschijnt deze aan het firmament, tot ze in heel haar pracht aan de hemel staat, licht en warmte gevend mijn scheppingswerken doorstraalt en nieuwe scheppingen tot leven wekt en in leven houdt. Is de mens wedergeboren in de Geest, dan is er geen stilstand meer. Steeds helderder en stralender wordt het om hem heen, want hem zal immers mijn liefdeskracht, mijn Geest doorstralen. En dus neemt hij voortdurend toe aan licht en kracht en hij zal zijn licht eveneens uitstralen op alles wat hem omgeeft.

De geestelijke wedergeboorte is het ontwaken tot het eeuwige leven. En wie geestelijk wedergeboren is zal eveneens het levenloze tot leven kunnen wekken, want waar zijn licht heen valt, daar doordringt het met zijn helder schijnsel het donker, en waar licht is, is leven. Waar licht is, ben Ik zelf. En Ik breng het leven aan allen die het begeren, die het bewust van Mij verlangen, die zich eveneens vol verlangen naar Mij keren, dus Mij erkennen.

Ik geef u mijn woord en daarmee het zichtbare teken van mijn liefde. Ik geef u kracht die zich weer uit in een groeiend verlangen naar Mij, want dit verlangen is het teken dat mijn Vadergeest de geestvonk in u naar zich toe trekt. En dus moet u gelukkig zijn wanneer u vurig verlangen zult voelen naar Mij, want evenzo dringt mijn Geest de uwe tegemoet. En uw harten kunnen zich niet meer van Mij losmaken, want Ik zal ze niet opgeven als ze zich eenmaal aan Mij hebben overgegeven.

Ik ben de Geest van de waarheid, Ik ben het leven. Ik ben de Liefde en de Oergrond van al het zijn. Wie Ik met mijn liefde bedenk, die zal bestaan van eeuwigheid tot eeuwigheid. Hij zal leven en zich in de volle waarheid bevinden. Er zal geen bedrog en geen schijn zijn, daar waar hij is. Hij zal zijn wat Ik ben, een Geest vol van macht en kracht uit Mij. Hij zal liefde uitstralen en onvoorstelbaar gelukkig zijn, weer de schepselen mijn Geest te kunnen overbrengen, weer tot leven te kunnen wekken wat levenloos was. Hij zal in alles aan Mij gelijk zijn, want mijn Geest zal hem doorstromen, dus kan hij niets anders zijn dan Ik ben, een wezen vol van liefde, kracht, wijsheid en macht.

En dus zult u in eeuwigheid de gelukkigste schepselen zijn, in liefde met elkaar verbonden en Mij altijd nabij. En wat u verlangt, zult u ontvangen. Want u zult alleen mijn liefde begeren, en deze doorstraalt u voortdurend opdat u tot uw oneindig diepe vreugde werkzaam kunt zijn in mijn rijk, dat ieders deel is die zich met Mij zal verbinden in tijd en eeuwigheid.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte