Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/2314
2314 Tot leven wekken van de geestvonk
26 april 1942: Boek 32
Zonder de geest van God blijft ook de diepste wijsheid verborgen. U moet eerst de geestvonk in u tot leven gewekt hebben, voordat de kennis van God en Zijn besturen en werkzaam zijn voor u ontsloten kan worden. Het tot leven wekken van de geestvonk in u is uw levenstaak, want met het tot leven wekken van de geest in u begint uw opwaartse ontwikkeling als mens. De ziel begint zich met de geest te verenigen, hetgeen de zin en het doel van het aardse leven is.
En een verenigen van de ziel met de geest moet ook de ziel, die eerst onwetend is, de kennis opleveren, omdat de geest in haar alles weet, omdat deze een deel van God is. Want het binnendringen in de goddelijke kennis geeft de ziel een bepaalde vrijheid, omdat de duisternis van de geest een gebondenheid betekent. De ziel is nauw begrensd in haar kennis, terwijl het overdragen van de wijsheid uit God voor haar een toestand van licht en kracht is, dus een toestand van vrijheid.
Dit wordt begrijpelijk, als we de eigenlijke opdracht van de ziel in aanmerking nemen. De ziel moet de materie overwinnen, dus moet ze op het verlangen van het lichaam naar wereldse dingen, die materie zijn, geen acht slaan. Ze moet de vereniging met de geest in zich nastreven. Daarom moet dat laatste haar begerenswaardig voorkomen en de geest moet haar iets bieden, wat ze tegenover het verlangen van het lichaam kan zetten. En dit is de wijsheid uit God.
Nu voelt de ziel ook, dat haar dit nog ontbreekt. Dat ze dus in een toestand van onwetendheid verkeert. In een toestand, die onvolmaakt is, van een beperkt zijn en een niet vrij zijn. En ze voelt, dat ze deze toestand door haar wil kan veranderen. Dat ze deze veranderen kan in een toestand van kennis hebben en dus ook in de toestand van vrijheid en volmaaktheid, zodra ze de verbinding met de goddelijke geestvonk in haar zoekt, die als deel van God iets volmaakts is.
Ze voelt dat deze verbinding haar van haar onvrijheid verlost, omdat het licht en helder in haar wordt. Omdat ze uit de toestand van onwetendheid naar de toestand van weten geleid wordt. Kennis is vrijheid. Kennis is licht en kennis is kracht. En dit alles geeft de geest in de mens aan de ziel, zodra de mens deze geestvonk in zich tot ontwaken brengt. Maar het doen ontwaken van de geest is een daad van de vrije wil. En daarom hangt het ook van de mens zelf af, of de goddelijke geheimen, geheimen voor hem blijven of dat hij in de diepste kennis binnengeleid wordt door de in hem sluimerende geestvonk, de geest uit God.
En zijn bereidwilligheid moet hij door een werkzaam zijn in liefde tot uitdrukking brengen. Dan ontwaakt de geest in hem tot leven en deze leidt de ziel van de mens een gebied binnen, dat anders onbereikbaar voor de mens is. Hij geeft hem goddelijke kennis en maakt de ziel vrij.
Amen
Vertaald door Peter Schelling