Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/2306
2306 De betekenis van de woorden “Mijn kerk”
19 april 1942: Boek 32
Het stemt niet met Mijn wil overeen, als de zegeningen van de kerk veronachtzaamd worden, want Ikzelf heb de kerk gesticht, opdat binnen de kerk Mijn woord onderwezen wordt, opdat Mijn woord in Mijn opdracht dichter bij de mensen gebracht wordt tot heil van hun zielen. Maar wat is Mijn kerk? Wie behoren tot Mijn kerk en welke zegeningen heb Ik beloofd aan degenen, die tot Mijn kerk behoren?
Steeds weer moet de mensen duidelijk gemaakt worden dat Ik toch alleen maar van Mijn gelovige aanhangers gesproken heb en ook heden nog onder Mijn kerk die mensen versta, die diep gelovig zijn, dus in het geloof in Mij samenkomen en een gemeente vormen. Een gemeente van gelovigen. Dat is de ware betekenis van de woorden “Mijn kerk”.
Ikzelf heb deze gemeente gesticht, toen Ik Mijn apostelen uitkoos en hen over de hele wereld op pad stuurde. Ik heb hun de opdracht gegeven om degenen, die gelovig waren, Mijn woord te verkondigen. En deze gelovigen in Mij heb ik Mijn zegen beloofd. Mijn hulp, Mijn geest. Ik heb hun de belofte gegeven om te midden van hen te zijn, als ze dit woord gelovig in ontvangst nemen. En Mijn aanwezigheid betekent het uitdelen van Mijn liefde, want waar Ik verblijf, daar moet ook Mijn liefde gevoeld worden, die in krachtoverdracht tot uiting komt. Dus schenking van Mijn genade.
Ik zegen dus iedereen, die in het geloof in Mij Mijn woord opneemt, want deze zal ook volgens Mijn woord leven en bijgevolg voor Mijn genade waardig worden. Ik zegen dus de gelovigen, die in vereniging Mijn kerk vormen en begrijpelijkerwijs kan ik het niet goedvinden, wanneer Mijn zegen geringgeschat wordt en de vereniging van gelovigen dus in twijfel getrokken zou kunnen worden, want degene die Mijn beloften niet gelooft, kan ook niet tot de kring van Mijn gelovigen en zodoende niet tot de kerk behoren, die Ik gesticht heb en die een diep geloof vereist.
De zegeningen van Mijn kerk zijn het fundament onder het geloof, want als Ik met Mijn hulp bij de Mijnen ben, zullen ze door Mijn liefde en genade doorstroomd worden en dan ook standvastig en onwrikbaar kunnen geloven en ware aanhangers van Mijn kerk zijn, want het is de geest in hen, die Mijn Vadergeest tegemoet dringt. En daarom is Mijn kerk niets uiterlijks, maar iets diep innerlijks, om welke reden het ook niet naar buiten toe herkenbaar hoeft te zijn.
Mijn kerk moet waarachtig gelovige mensen verenigen, opdat de zegeningen van deze kerk zich aan deze gelovigen doen gevoelen en dat daaraan ook Mijn ware kerk te herkennen is. En wie tot deze kerk van Mij behoort, die veronachtzaamt ook haar zegeningen niet, want hij gelooft in Mij, Mijn liefde en Mijn kracht en wil deze uit Mijn hand in ontvangst nemen: liefde, kracht en genade. Mijn kerk is de gemeenschap van gelovigen, waarvan Ik de herder ben. En het is Mijn wil, dat ze in Mij hun herder herkennen. Dat ze Mij horen, als Ik Mijn stem laat klinken. Dat ze Mij voelen, als ze Mijn woord in ontvangst nemen en Mij nu bereidwillig navolgen. Dat wil zeggen Mijn woord proberen te vervullen en het in de daad proberen om te zetten.
Amen
Vertaald door Peter Schelling