Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/2303
2303 Geestelijke richting zonder waarheid heeft licht noch kracht
15 april 1942: Boek 32
Het geestelijke succes is minimaal, als de mensen een verkeerde mening gevormd hebben en niet bereid zijn om deze op te geven. Want dan is er geen streven vanuit een innerlijke drijfveer op te tekenen en een rijp worden van de ziel is uitgesloten. Een geestelijke richting, die niet volledig met de waarheid overeenkomt, kan nooit een opwaartse ontwikkeling, dus een vooruitgang, tot gevolg hebben en de mens zal steeds op dezelfde trede blijven staan. Hij heeft zich een zienswijze eigen gemaakt en hij heeft voldoende aan wat hem verstandsmatig in overweging gegeven is. En hij zou nu de plicht hebben om eveneens verstandsmatig te onderzoeken, hetgeen hij meestal niet doet. Want een onderzoeken en een grondig nadenken zou hem de ongeloofwaardigheid van menige lering laten herkennen.
Maar hij neemt meestal het hem aangebodene als waarheid aan en houdt nu met een hardnekkigheid vast aan dat, wat hij bij een ernstig onderzoek zou verwerpen. En hij heeft toch geen enkele garantie voor de zuivere waarheid. Maar wat de waarheid niet is, kan hem ook geen geestelijk succes opleveren, want alleen de zuivere waarheid geeft tegelijkertijd kracht, zonder welke de mens niet opwaarts kan gaan. En daarom blijft de mens, die niet in het volle bezit van de waarheid is, steeds op dezelfde trede staan.
Een geestelijke richting, die niet volledig met de waarheid overeenkomt, straalt noch licht, noch kracht uit. Dat wil zeggen dat de mens onwetend is, ofschoon hij zich wetend waant. En hij is in geestelijk opzicht ook krachteloos. Het ontbreekt hem zowel aan de kracht om het in te zien, als ook tot geestelijke werkzaamheid. En als de mens zich overeenkomstig zijn geestelijke richting probeert te ontwikkelen, streeft hij altijd alleen maar een aards doel na. Dat wil zeggen dat hij zich alleen maar voor deze wereld ontwikkelt. Voor het aardse leven, maar hij denkt niet aan het leven na de dood en daarom valt een geestelijke vooruitgang niet te noteren.
En vanuit dit standpunt bezien, heeft een geestelijke richting geen waarde, zolang het niet met de waarheid overeenstemt, omdat deze geen effect heeft op de ziel van de mens. Alleen het verstand wordt actief gehouden en enkel de activiteit van de gedachten wordt aangespoord, maar het hart wordt niet beroerd en derhalve is het een dode kennis, als niet met de waarheid overeenkomt, wat de mens nu zijn eigen kennis noemt.
En derhalve levert het aardse leven hem weinig succes op, als hij niet buitengewoon in liefde werkzaam is. Want alleen de werkzaamheid in liefde leidt hem naar de juiste kennis. En zodra de mens in liefde werkzaam is, zal hij ook spoedig een verkeerde geestelijke richting als verkeerd herkennen en daardoor dichter bij de zuivere waarheid komen, omdat de liefde de eerste voorwaarde is om tot kennis te komen en zodoende de ziel de geestelijke rijpheid oplevert. Tegenover een in liefde werkzaam zijnde mens kan de waarheid verdedigd worden, omdat deze hem ook acceptabel lijkt en de mens zich niet verzet, omdat hij deze ook als waarheid herkent. Want waar de liefde is, daar zal ook de kennis zijn.
Amen
Vertaald door Peter Schelling