Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/2293
2293 Drang naar waarheid en gerechtigheid
9 april 1942: Boek 32
De drang naar waarheid en gerechtigheid zijn altijd bepalend voor de opwaartse ontwikkeling van de ziel, want deze zijn al een naar God toegekeerd denken en zodoende moeten ze ook door de liefde van God gegrepen worden. En omdat ze naar God streven, zullen ze ook geen weerstand bieden, maar een beroep doen op de goddelijke genaden, die hen door de liefde van God aangeboden wordt.
Het verlangen naar de waarheid en het juiste denken laat de mens ook gemakkelijker het goede herkennen en zodoende zal hij ook het werk van de verandering aanpakken en steeds zijn best doen om volgens de wil van God te leven. En elke poging is al hetzelfde als de volbrachte daad, omdat hij getuigt van de wil tot God en God zijn wilskracht doet toenemen, zodra zijn wil naar Hem streeft. En zodra hij juist denkt, zal hij ook ten opzichte van zijn medemensen aandacht schenken aan alles, wat God door Zijn gebod van de liefde van hem verlangt.
En zodoende moet hij zich opwaarts ontwikkelen. Hij leeft zijn leven bewust en vervult zo het juist doel van het aardse leven, want hij zal dienen, omdat hij God herkent en zijn liefde voor God zal steeds toenemen. Hij zal elke handeling in overeenstemming proberen te brengen met de liefde voor God en de naaste en dit is een bewust werken aan zijn ziel, dat hem de graad van rijpheid op moet leveren.
Amen
Vertaald door Peter Schelling