Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/2217
2217 Noodzaak van het lijden
20 januari 1942: Boek 31
Het lijden moet jullie mensen tot het inzicht laten komen, dat jullie nog verkeerde wegen bewandelen op aarde. Dat jullie in je denken nog niet gezuiverd zijn of dat jullie je nog op grote afstand van God bevinden.
Zodra u niet aan uzelf werkt, zodra u gelooft geen opvoeding meer nodig te hebben, blijft u in uw geestelijke ontwikkeling stilstaan en dan moet God u leed sturen, opdat u zich van uw gebrek bewust wordt en u innig contact met Hem krijgt in het gebed. Dan zal er maar een geringe mate van leed nodig zijn om u de verbinding met God te laten zoeken en Hij kan het weer van u afnemen, zodra uw denken juist gericht is.
Maar meestal is de mensheid heel ver van God verwijderd en dan vindt ze ook door lijden de weg naar Hem niet terug. Dan komen de mensen in opstand tegen de macht, tegenover welke ze machteloos staan en des te groter is het leed, dat ze moeten dragen. Want als God het leed van hen afneemt, vervallen ze weer in hun oude fouten en arrogantie. Ze herkennen noch God, noch hun onvolmaaktheid en zodoende streven ze niet naar God, door zich tot volmaaktheid proberen te vormen. Er zijn maar heel weinig mensen, die het leed bespaard kan blijven, omdat ze bewust aan zichzelf werken. En er zijn er maar weinigen, die God naderbij kan komen, zodat Hij hen helpt het leed te dragen, als dit ter wille van de mensheid ook aan hen niet voorbij kan gaan.
En daarom zal de aarde op zo’n manier gekweld worden, dat het ene leedvolle gebeuren het andere aflost en er zal een grote benauwdheid over die mensen komen, van wie de gang over de aarde niet met de goddelijke wil overeenstemt. Want de erge nood zal de mens veranderen, als deze hem ondraaglijk lijkt en dat is het doel van het lijden. God staat steeds met Zijn hulp klaar, als de mensen Hem aanroepen en ze kunnen voor zichzelf het grootste leed binnen korte tijd zonder uitwerking laten zijn door een vurig gebed.
Maar hoe zelden vinden de mensen de weg naar Hem? Hoe zelden stijgt een diep, kinderlijk gebed naar de Vader in de hemel op, zodat Hij Zich naar de vrager overbuigt en aan zijn vraag voldoet? De mensen worden onbarmhartig en keren in zichzelf, waar ze toch vertrouwelijk vragend alles zouden kunnen bereiken. En daarom vergroot zich de mate van hun lijden. Ze drijven zichzelf steeds dieper in leed en nood en ze herkennen daarin de liefde van God niet, die hen zou willen helpen.
Amen
Vertaald door Peter Schelling