Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/2177
2177 Geloof
6 december 1941: Boek 31
Zonder geloof is het aardse leven voor elk mens moeilijk te dragen, want zonder geloof ontbreekt hem elke verbinding met God en zodoende ontbreekt het hem ook aan kracht. En weer moet God de mensen lasten opleggen, omdat hij hierdoor de weg naar God moet nemen. Hij moet gelovig worden of zijn zwakke geloof moet sterker worden.
De gelovige buigt zich voor de wil van God en hij verdraagt geduldig, wat hem opgelegd wordt, want hij put kracht uit zijn diepe geloof. En God helpt hem dragen, waar tegenover de ongelovige zonder enige krachttoevoer is en bijna dreigt te bezwijken onder zijn last.
Geloof betekent overtuigd zijn van de liefde van God, die zich vanwege de nood om het mensenkind ontfermt en hem hulp stuurt, als de mens dreigt de moed te verliezen. Geloof betekent verder alles voor mogelijk houden, als God het wil en geloven betekent Zijn vaderliefde vooropstellen, dat Hij het wil. Dat Hij de nood van de mens vermindert, als hij zich in vol geloof aan Hem toevertrouwt.
Maar de mens moet ook weten dat de liefde van God bezorgd is om het zielenheil van degene, die tot Hem bidt. Hij moet weten dat het hem vaak opgelegd moet worden om leed te dragen, omdat de ziel het gevaar loopt verloren te gaan. En zodoende moet het geloof van de mens zo diep zijn, dat hij ook dan niet aan God en Zijn liefde twijfelt, als Zijn hulp niet direct herkenbaar is. Zich onvoorwaardelijk aan God overgeven en zowel vreugde alsook leed berustend uit Zijn hand in ontvangst nemen is een bewijs van onwankelbaar geloof in de liefde van God en God beloont zo’n diep geloof. Er overkomt de mens in zijn leven niets zonder doel. Alles is nodig voor de geestelijke opwaartse ontwikkeling. Voor zijn uitrijpen.
En vaak moet de mens door een grote nood van de ziel gaan en door diep leed gelouterd worden. Hij moet ertoe gebracht worden om na te denken, als hij dit zonder leed verzuimde en dan moet zijn geloof zich bewijzen. Een oppervlakkig geloof is een gevaar voor de mens en daarom moeten hem beproevingen opgelegd worden. Maar steeds staat de liefde van God klaar en Hij helpt de mens in de nood, zodra maar de geringste gedachte naar God uitgaat. Want God is de toevlucht van iedereen, die gelovig is.
Amen
Vertaald door Peter Schelling