Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/2171

2171 De almacht, liefde en wijsheid van God

1 december 1941: Boek 31

De almacht, wijsheid en liefde van God komen in elk scheppingswerk tot uitdrukking, maar alleen die mensen, die gelovig zijn en door het geloof binnengeleid worden in de kennis van Zijn besturen en werkzaam zijn, herkennen dit.

De liefde van God liet de scheppingswerken ontstaan om het wezenlijke te bevrijden. Gods liefde voor het wezenlijke bracht Zijn wil ertoe om dit wezenlijke te helpen in een nood, die het wel aan zichzelf te wijten had, maar die het zonder Zijn hulp niet kon beƫindigen. En Zijn almacht en wijsheid vormde dingen, wier bestemming het is om de nood van het wezenlijke te verminderen. En zo schiep God de hemel en de aarde.

Scheppingen, die van Zijn liefde, wijsheid en almacht getuigen, want deze scheppingen zijn onvoorstelbaar in hun aard en veelsoortigheid en de mens kan alleen maar een heel klein deel van de totale schepping zien en daarom ook maar een heel klein deel beoordelen. Maar er bestaat geen scheppingswerk, al is het nog zo klein en onooglijk, dat niet zijn doel heeft en in een nauw verband staat met een ander scheppingswerk. Alles is door Zijn wijsheid goed doordacht en Zijn almacht voert uit, wat Zijn liefde en wijsheid wilden laten ontstaan.

De liefde blijft steeds de kracht, waaruit alles voortgekomen is, wat bestaat. De liefde is de goddelijk scheppende kracht, die echter zonder de wijsheid niets volmaakts zou kunnen laten ontstaan. Maar God is volmaakt. Bijgevolg moet Zijn wijsheid niet te overtreffen zijn en dus moet dat, wat uit de goddelijke schepperskracht voortgekomen is eveneens niet te overtreffen zijn, dus dat heeft geen verbetering nodig.

En wie met aandacht naar de scheppingen van God kijkt, moet de goddelijke Schepper in de diepste deemoed en met het diepst ontzag aanbidden, want wat Hij geschapen heeft, legt getuigenis af van de volmaaktheid van God en er is niets dat wijzer en volmaakter zou kunnen zijn, dan het is. De eindeloze liefde van God heeft het wezenlijke onbeperkte mogelijkheden gegeven. Zijn wijsheid liet niets onsamenhangends ontstaan, want het verband tussen alle dingen maakt voor het wezenlijke de voortdurende opwaartse ontwikkeling mogelijk en Gods almacht liet dat tot vorm worden, wat Zijn liefde en Zijn wijsheid als ontwikkelingsmogelijkheid voor het wezenlijke herkende.

Amen

Vertaald door Peter Schelling