Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1833

1833 Drievoudige in ontvangstneming van het goddelijke woord

27 februari 1941: Boek 27

Het is een belangrijk moment, waarop de mens zich van de eeuwigheid en de onvergankelijk bewust wordt, want nu is zijn worstelen op aarde niet meer doelloos, omdat hij beseft dat er een verklaring voor is. En nu zal hij zich ook niet meer tegen zijn lot verzetten. Hij zal het in overeenstemming brengen met de wijsheid en liefde van God en zich zodoende berustend aan de goddelijke wil onderwerpen.

De leiding van God wordt steeds duidelijker zichtbaar voor hem en hiermee wordt zijn vertrouwen in God kinderlijk en onwrikbaar. En van dit moment af aan leeft hij zijn leven bewust. Dat wil zeggen dat hij zich inspant om elke gebeurtenis zo op zich in te laten werken, dat het nuttig is voor de ziel. En hij zoekt in het goddelijke woord kracht om weerstand te bieden tegen de vijandigheid van de macht, die tegen God ingesteld is. Dat woord wordt hem nu door de liefde van de hemelse Vader ook gegeven.

Want zonder het woord van God is de mens niet in staat, ofschoon hij wel het besef heeft, om alles wat tegenstand biedt, te overwinnen. Het woord van God verschaft hem de genade, die absoluut noodzakelijk is om dat te bereiken, wat het doel van het aardse leven is. Het woord van God maakt de mens bekend, hoe zijn levenswandel moet zijn om de goddelijke genade deelachtig te kunnen worden. Het ene moet dus in ontvangst genomen worden, zodat de mens bidt. Dat wil zeggen dat hij met God in verbinding treedt om te vragen om de goddelijke genade, want ze kan hem niet zonder dat hij erom bidt, toegestuurd worden.

Maar het woord van God moet hem hier eerst kennis over geven. Hij moet God tot zich laten spreken, maar het staat hem volledig vrij, hoe en waar hij het goddelijke woord in ontvangst neemt. Hij kan dat doen via de weg van de systematische godsdienst, dat wil zeggen dat hij door mensen, die zichzelf aan God ten dienste aanbieden, onderwezen kan worden over de goddelijke wil. Hij kan het woord van God ook door de heilige schrift in ontvangst nemen, als hij God om opheldering vraagt over dat, wat hem onbegrijpelijk voorkomt. Maar hij kan het woord van God ook direct van Hem in ontvangst nemen, als hij zich via de gedachten laat onderwijzen door dienaren van God in het hiernamaals. En dit gebeurt door een geestelijk verdiepen en een zich verbinden met God.

Als de mens vaak probeert om met de eeuwige Godheid in verbinding te treden, doordat hij alle vragen aan deze Godheid stelt in het kinderlijke vertrouwen, dat ze hem beantwoord worden, dan wordt hij op de wonderbaarlijkste en uitvoerigste manier via de gedachten onderwezen. En het in ontvangst nemen van het woord van God in deze vorm is waarlijk het beste, want dan leeft het woord in de mens. Het dringt het hart binnen en het gaat niet als holle klank aan het oor van de mens voorbij. Want wie opheldering wil krijgen van God Zelf is er ernstig mee bezig. En hij zal grondig nadenken over elk antwoord en het dan als geestelijk eigendom behouden en nu ook doorstroomd worden met kracht en genade om zijn aardse leven zo te kunnen leven, zoals het Gods wil is.

Amen

Vertaald door Peter Schelling