Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1776

1776 Rechtvaardig denken en handelen

14 januari 1941: Boek 27

De rechtvaardige zal zich nooit hoeven te schamen voor zijn handelswijze, ofschoon hij daarvoor niet altijd de erkenning van zijn medemensen krijgt. Want het rechtvaardige grondbeginsel is om voor alles wat hij doet de verantwoordelijkheid tegenover de medemensen en ook tegenover God te kunnen nemen.

God zal zijn handelswijze steeds goedkeuren, maar de medemensen niet, want deze willen alleen maar dat goedkeuren, wat nuttig voor hen is. Uit een rechtvaardige handelswijze is echter niet altijd eigen voordeel te behalen, precies zoals er niet altijd aardse zegen voor de medemensen uit voortvloeit. Maar het rechtvaardige denken is in hoge mate nuttig voor de ziel, want het bewijst de geneigdheid naar de waarheid, alsook de wil tot het goede. Want alleen degene, die het goede wil, zal ook een rechtvaardige instelling de zijne noemen. Zodoende zal elke rechtvaardige handeling Gods zegen tot gevolg hebben. Degene die rechtvaardig denkt, zal Gods welgevallen verkrijgen en wat de onrechtvaardige mens hem soms ontzegt, zal de naasten worden toegekend. Rechtvaardig ten opzichte van de naaste te handelen, betekent steeds voor hem hetzelfde te doen of te geven, wat de mens voor zichzelf verlangt.

De rechtvaardigheid van de mens kan goed door opvoeding eigen gemaakt worden, doordat hij van kinds af aan gedwongen wordt zijn eigen wensen op de achtergrond te zetten en eerst dat te vervullen, wat voor het welzijn van de medemensen bevorderlijk is. Hij moet daar door zijn liefde toe gedrongen worden en het moet hem tegenstaan om naar zulke middelen te grijpen, die duidelijk onrechtvaardig genoemd kunnen worden.

Hij moet altijd naar eer en geweten handelen. Hij mag niet de één of de ander voortrekken, maar hij moet om goddelijke hulp vragen, dan zal het onmogelijk voor hem zijn om iets te doen, wat tegen de rechtvaardigheid ingaat en hij mag daarom de aardse macht niet vrezen. Want Degene Die de mensen zulke geboden geeft, Die zal ook de geest in de mens tot het juiste denken leiden, zodat hij steeds zal weten wat recht en onrecht is en wat overeenstemt met de goddelijke wil. En hij zal de innerlijke stem volgen, die hem werkelijk goed raad geeft.

Amen

Vertaald door Peter Schelling