Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1770

1770 Voldaan aan de voorwaarden voor de ontvangst – Deelname van de wezens in het hiernamaals aan de onderrichtingen

8 januari 1941: Boek 27

Alles wat jou van boven aangeboden wordt om op te schrijven, is door God gewild. Een kring van onderwijzende geestelijke wezens heeft de opdracht gekregen om jou te onderwijzen en er zijn bepaalde voorwaarden, waar zowel de onderwijzende, alsook degene die onderwezen wordt, acht op moet slaan. Dienovereenkomstig zijn ook de individuele bekendmakingen. Dat wil zeggen dat steeds alleen maar die onderwijzende wezens in actie kunnen komen, bij wie de eisen door het mensenkind nauwgezet vervuld werden.

De geestelijke wezens zijn onderworpen aan de goddelijke wil. Dat wil zeggen dat ze volgens de goddelijke wil handelen. Ze kunnen zodoende niet willekeurig van de voorwaarden afzien en toch het mensenkind onderwijzen. En zo zullen de onderwijzende wezens zich steeds gereedhouden om volgens de goddelijke voorschriften het mensenkind te mogen onderwijzen.

Elk onderricht heeft naast het onderrichten van de ontvanger ook een voortdurend onderwijzen van de onwetende zielen in het hiernamaals ten doel en daarom worden er vaak onderwerpen gekozen, die juist voor deze zielen bijzonder wetenswaardig zijn. Deze onderwerpen stellen het mensenkind zodoende soms niet bijster tevreden, maar voor de zielen in het hiernamaals zijn ze vaak uiterst veelbetekenend. Want elke bekendmaking geeft licht en opheldering. Aan elke bekendmaking is op aarde of in het hiernamaals een vraag voorafgegaan.

Maar vaak bedient God zich ook van de mensen, doordat deze vragen stellen, zodat Hij deze kan beantwoorden. Want alleen maar door voortdurend te vragen, kan de mens zijn kennis verrijken, maar vooral dan wanneer God Zelf zijn leermeester is en hem het voorrecht verzekerd heeft om elke gestelde vraag te beantwoorden.

Want nu is het uiterst gunstig om deze voordelen ten volle te benutten om elke lacune in de menselijke kennis op te vullen en geestelijke rijkdom te verzamelen, want de mens hoeft nu nooit te vrezen, dat verkeerde of onbegrijpelijke bekendmakingen naar de aarde gestuurd worden, die dus iets anders dan werkelijk iets goeds tot gevolg zouden kunnen hebben, zelfs wanneer ze aanvankelijk verkeerd leken, want Gods boodschappers kunnen niets anders dan de waarheid bekendmaken aan het mensenkind, dat de waarheid ontvangen wil.

Amen

Vertaald door Peter Schelling