Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1761

1761 De geestelijke zon – Het woord van God

1 januari 1941: Boek 27

Wanneer in tijden van knechtschap van de ziel de liefde van de Heer zichtbaar tot uiting komt en Hij in het woord naar de aarde afdaalt, dan betekent dit een tevoorschijn komen van de geestelijke zon door de donkere wolken. De liefde van God Zelf is de zon, die de dag stralend helder verlicht, want Gods liefde wil de duisternis van de geest overwinnen. Ze wil dat iedereen, die daar maar naar verlangt, zich in het licht van de geestelijke waarheid bevindt. Deze zon verlicht alles. Ze staat geen duisternis toe. Ze gedoogt geen schaduw. Ze straalt overal helder licht uit en is buitengewoon weldadig voor de wandelaar op aarde, die voorheen moeizaam een weg zocht in de duisternis van de nacht.

Licht is leven, duisternis is dood. Licht is waakzaamheid, duisternis is slaap. In stralend zonlicht zal alles wat voorheen in de duisternis sluimerde tot leven ontwaken. En voor al het wezenlijke betekent het licht van de zon vervuld verlangen. Want in de duisternis lijdt het en verlangt het naar het licht. En Degene, Die in Zichzelf het licht is, doorbreekt de duisternis en Hij neemt de weg naar de aarde. Hij zoekt een vat, dat voor het opnemen van licht geschikt is en ontsteekt daarin een vlam, die tot in de wijde omtrek tot zegen van de mensheid schijnen zal.

Goddelijke wijsheid straalt als een zon op de aarde en wekt met haar schijnsel tot leven, wat voorheen in een diepe sluimer lag. Hoe onnoemelijk genaderijk bedenkt de eeuwige liefde de verdwaalde mensheid? Hoe zou ze moeten jubelen over het licht, dat uit de hemel komt en hoe dankbaar voor de stralen van de geestelijke zon, waar ze zich door laat verlichten en verwarmen?

Maar de mensheid is geestelijk blind. Ze slaat geen acht op het licht. Ze slaat geen acht op de weldadige, leven opwekkende stralen van de goddelijke liefde. Ze sluit de ogen en houdt de duistere toestand overeind. Ze vlucht voor het heldere schijnsel, omdat ze dat licht niet verdragen kan. Ze is niet rijp voor het goddelijke werkzaam zijn. Ze verdraagt de weldadige warmte van de zon niet, haar stralende licht niet. Ze voelt zich goed in de donkere nacht en zodoende kunnen er op aarde tegelijkertijd twee werelden bestaan. Een zonnige, buitengewoon lieflijke vallei, waar goddelijke liefde de mensen alles biedt, wat ze verlangen. En een vallei, waar duisternis, dorheid en onvruchtbaarheid de mensen een karig bestaan biedt en dit moet zuiver geestelijk begrepen worden.

Waar de zon van de geest niet schijnt, is de aarde zonder licht en er kan niets groeien of gedijen. Dat wil zeggen dat al het wezenlijke in nood is. Maar waar God Zelf Zijn stralen naar de aarde stuurt, daar zal licht en zon zijn, daar zal leven en vreugde zijn, daar zal de ziel tot leven ontwaken en in de stralen van de goddelijke liefdeszon tot een heerlijke vrucht rijpen.

Amen

Vertaald door Peter Schelling