Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1597

1597 Verschillende openbaringen – Waar is waarheid?

4 september 1940: Boek 25

Als de mens kennis van de waarheid heeft, zal hij steeds het juiste doen, want zijn geest wijst hem de juiste richting. Het denken van de mens kan zich af en toe in gebieden bevinden, waar hij nog geen kennis van had, maar dan zal de mens ook niet bij zijn mening blijven, maar hij zal in zichzelf het gevoel hebben hier nog geen informatie over te kunnen geven en voorzichtig zijn met zijn beweringen. Want zijn wil is te zeer naar de waarheid toegekeerd om vergissingen te verspreiden en deze wil behoedt hem voor onjuist spreken.

Er kan nu wel een vraag onopgehelderd blijven, ze zal echter spoedig door de goddelijke geest opgelost worden, die nu werkzaam is, doordat hij het denken van de mens goed leidt en hem plotseling het vermogen tot inzicht geeft om hem het toegestuurde antwoord als waarheid gewaar te laten worden en hij hier nu ook voor op kan komen.

De goddelijke geest laat niet toe, dat het denken van degene, die naar de waarheid verlangt, op het verkeerde spoor dwaalt. En er kan dus dat met volle overtuiging uitgesproken worden, wat de mensen in gedachten toegestuurd wordt, want degenen die de waarheid zoeken, wordt de waarheid in de vorm van gedachten toegestuurd en derhalve is elke gedachte goed, in zoverre alleen God als de eeuwige waarheid aangeroepen wordt, als de mens vanuit zichzelf in twijfel is.

En het is voldoende voor jullie om te weten, dat steeds de waarheid daar zal zijn, waar de geest uit God werkzaam kan zijn en de geest uit God kan alleen maar één waarheid verkondigen, derhalve moeten leringen die niet met elkaar overeenstemmen van verschillende gevers afkomstig zijn. Het moet puur objectief onderzocht worden welke resultaten met de zuivere, onvervalste leer van Christus overeenstemmen. Alleen dit garandeert de volledige waarachtigheid.

Waar echter de goddelijke kracht, ofschoon er naar verlangd werd, op tegenstand in de vorm van bestaande leringen stuitte, die tegengesteld waren aan de zuivere leer van Christus, daar wierp de mens zelf een barrière op voor het goddelijke werkzaam zijn en krachten van de oppositionele macht probeerden nu juist deze verkeerde leringen te bevestigen, doordat ze aan de wil van de mens, die de vervalste leringen niet wilden opgeven, aanhaakten en de mensen verkeerd beïnvloedden, hetgeen echter alleen maar mogelijk is bij die mensen voor wie de leer, die eerst geboden werd, belangrijker is dan God Zelf.

De geest van degene, die zich vol vertrouwen aan God overgeeft, moet in de waarheid staan. En als Gods openbaringen onvervalst aan de medemens worden gegeven, moeten ze in elk detail overeenkomen, want God als de eeuwige waarheid geeft Zijn kinderen steeds alleen maar dezelfde waarheid en daarvan afwijkende resultaten zijn het product van degenen, die tegen de waarheid strijden. Want de tegenstander zal er steeds voor zorgen dwalingen te verspreiden. Hij zal niets onbeproefd laten om de zuivere waarheid te verhullen en het lukt hem daar het beste, waar hij al voorbereidend werk verricht heeft en dit werk overeenstemming vond. Hij vindt daar gewillig gehoor.

Maar de mensen, die nooit acht geslagen hebben op zijn werk, maar alleen in God hun leermeester zien, kan alleen maar de zuiverste waarheid toegestuurd worden, want ze ontvangen die uit Gods hand, omdat ze in innig gebed God Zelf om inzicht vragen en de geest uit God zodoende rechtstreeks in hen werkzaam kan zijn.

Amen

Vertaald door Peter Schelling