Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1574

1574 Het doel heiligt de middelen

19 augustus 1940: Boek 25

U, die de medemensen aanleiding geeft om in strijd met de christelijke leer te handelen en dit door dwangmaatregelen probeert door te zetten, laadt een grote verantwoordelijkheid op zich. Want nu treft niet hen, maar uzelf de straf, waar u schuld aan hebt.

De mens, die gedwongen wordt, heeft geen macht meer over zijn wil en kan dus ook niet ter verantwoording geroepen worden. Maar u, die deze wil aan u onderworpen hebt, moet de gevolgen dragen en voor uw onrechtvaardigheid boeten. De eigenlijke handeling wordt dan niet zo veroordeelt als de aanstichter van zo’n handeling. Dus u mag niet geloven, dat u de medemens er ongestraft toe mag brengen om zo’n kwade handeling te verrichten, zonder daar zelf voor ter verantwoording geroepen te worden.

En het zal nu begrijpelijk voor u zijn, dat een onrecht niet goedgekeurd kan worden, omdat het zogenaamd tot nut zal strekken. Dat dus het grondbeginsel “Het doel heiligt de middelen” nooit door God erkend wordt, maar dat zo’n opvatting volledig verkeerd is. Elk slecht werk kan alleen maar slechte gevolgen hebben, dus uit een slechte daad kan nooit één of ander voordeel voor de mensen ontstaan, dat hen geestelijk ten goede komt. Aardse voordelen vallen weliswaar niet te ontkennen, maar nooit en te nimmer zullen ze Gods toestemming of zegen krijgen.

Derhalve moeten allen, die voordeel uit zo’n slechte daad halen, ook de gevolgen van de slechte daad op zich nemen. Ze moeten het grootste leed dragen, als ze het onrecht, dat ze veroorzaakt hebben, weer goed willen maken. Want voor elke schuld moet boete gedaan worden en het is veel beter om nog tijdens het aardse leven voor een schuld boete te doen, dan deze naar het hiernamaals mee te nemen en daar kwellingen te moeten verdragen, die deze schuld aflossen.

Wat vanwege dit grondbeginsel – het doel heiligt de middelen – tot schuld werd, wat als zogenaamd voordeel uit zulk handelen voortgekomen is, zal ook nooit gezegend worden of geestelijk nut voor de mens opleveren, want God keurt geen maatregelen goed, die in strijd zijn met het gebod van de naastenliefde en schijnbaar aan een edel karakter ontsproten willen zijn, maar die in werkelijkheid duidelijk het werkzaam zijn van de tegenstander verraden. En de daarvoor verantwoordelijke mens zal, net als allen die zijn voornemen goedkeuren, tot rechtvaardiging geroepen worden, omdat dit het grootste onrecht is voor God.

Amen

Vertaald door Peter Schelling