Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1541

1541 Verschillende levensomstandigheden onbelangrijk voor de opwaartse ontwikkeling

26 juli 1940: Boek 25

Het is voor de menselijke ziel onbelangrijk, welke levensweg ze op aarde af moet leggen, want elke weg is geschikt om de ziel overeenkomstig de wil van God vorm te geven en het zal er alleen maar om gaan in welke proportie de genademiddelen gebruikt worden. Elk mens heeft er recht op om deze genademiddelen te gebruiken, maar niet elk mens gebruikt het goddelijke aanbod.

En het is werkelijk zonder invloed op de opwaartse ontwikkeling van de ziel of de mens een makkelijke of een moeilijke strijd in het leven op aarde heeft. Het is alleen belangrijk, hoe zijn houding tot God is. En de juiste houding ten opzichte van God kan hij in elke levenssituatie vinden, want deze is niet van uiterlijke omstandigheden afhankelijk.

Al het denken van de mens wordt door uiterlijke of innerlijke ervaringen beïnvloed. Als de mens nu acht slaat op alle ervaringen, wordt ook zijn denken gestimuleerd en wordt hij beïnvloed door wezens, die kennis hebben, zodat hij zelf wetend kan worden en zijn gedachten meer en meer naar het eeuwige streven.

En dit zal in een zeker geloof herkenbaar zijn, die aanzienlijk sterker kan zijn bij mensen, die in behoeftige omstandigheden leven dan bij degenen, die zich verheugen in een zekere aardse welvaart. Voor hen hoeft de welvaart geen hindernis te zijn, maar de aardse armoede kan heel vaak geestelijke successen opleveren, die onvergankelijke goederen betekenen.

Het is wijs door God ingesteld, dat de mens in elke levenssituatie weerstand ondervindt. Het lijden, dat elk mens opgelegd is, kan het wezen in meer of mindere mate veredelen. (Onderbreking)

Vertaald door Peter Schelling