Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1533

1533 Wereldse successen – Verloren tijd

22 juli 1940: Boek 25

De mensen zijn in een ontzettende dwaling verward geraakt. Ze herkennen de tuchtroede, waarmee over hen gezwaaid wordt, niet. Ze zijn verblind en hebben geen goed oordeel over de demon, die hen beheerst. En het is de sluwheid van het kwaad om zich te omhullen met de schijn van rechtvaardigheid. Dit is zijn wapen, dat werkt bij degenen, die zelf zonder valsheid zijn. Want hun hart gelooft niet in zulke intriges van de tegenstander en ze proberen daarom alle bewijzen te weerleggen. En er zullen nog ergere aanwijzingen nodig zijn om deze verblinde mensen ziende te maken.

De wereld ziet enkel de wereldse resultaten, maar ze denkt er niet aan, hoe onuitsprekelijk arm de mensen op dit ogenblik zijn. Ze denkt er niet aan, welke ontzettende gevolgen zo’n geestelijk beroerde tijd veroorzaakt. En omdat het hen aan inzicht ontbreekt, doen ze niets om uit de troosteloze toestand te komen. Ze leven zonder aan hun einde te denken. Ze verheugen zich over elk aards succes en proberen dit succes aan hun buitengewoon bekwaam zijn toe te schrijven.

Maar als ze de troosteloze toestand in geestelijk opzicht zouden beseffen, dan zouden ze deze nooit goedkeuren, maar proberen deze te herstellen. Maar hun kracht is te gering. Ze moeten met zichzelf strijden om tot een zuiver beoordelingsvermogen te komen. Menselijke aanwijzingen zijn niet voldoende, als God niet Zelf op menigvuldige manieren tot hen spreekt. Pas dan zal het licht in hen worden en in volle ontzetting zullen ze zich afwenden van degene, die hun denken langzaamaan verwarde, die zelf al het goede streven van een mens voor zichzelf en in zijn voordeel gebruikt.

Pas het geestelijk beleven maakt het aardse leven waard om te leven, terwijl de mens voorheen hongerde naar geestelijke bevrijding, maar dit kan pas dan plaatsvinden, als hij afwijzend staat ten opzichte van de wereld en zich niet door de mammon of andere aardse misleiding laat betoveren.

De mensen moet eerst de leringen van God gegeven worden. Pas dan beginnen ze al het wereldgebeuren rondom zich met andere ogen te bekijken en pas nu is het mogelijk, dat ze een gezond oordeel vormen en dat ze nu leren verachten, wat ze tot dusverre vereerden. Dat ze proberen zich los te maken van zijn invloed en zich nu gelovig smekend tot de Heer wenden om bevrijding van de boze macht. Pas dan zal de geestelijke staat van de mensen omhoog gaan en het gevaar van een volledige ondergang van de mensheid opgeheven zijn, want nu werkt de goddelijke kracht weer, omdat ze vragen en het hun dus ook ter wille van het heil van de ziel gegeven wordt.

Amen

Vertaald door Peter Schelling