Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1523

1523 Aansporing om te strijden voor de Heer

16 juli 1940: Boek 25

U mag niet wankel worden, als de zwakte van het ogenblik u overvalt. Altijd is de Heer tot hulp bereid en Hij schenkt u kracht en sterkte. Hij geeft u de moed om voor Hem te strijden.

Er zal zoveel tegenstand aan de dag komen en het zal u de moed doen verliezen, maar God kent elke angstige opwelling van het hart en Hij grijpt in als de tijd daarvoor gekomen is. Want Zijn wil regeert over alles en Hij bekommert zich in het bijzonder om de mens, die zich ondergeschikt maakt aan Zijn wil. En deze maakt Hij Zijn wil bekend, Zijn geest vervult hem en Zijn woord stroomt naar hem toe en geeft hem kracht voor een toegenomen werkzaam zijn voor de grootste geest van de hemel en de aarde.

En het is uw opdracht, dat u Zijn wil aan de hele wereld bekendmaakt. God wil door u tot de wereld spreken. Hij wil, dat van Zijn macht en wijsheid vermelding gemaakt wordt. Hij wil, dat de mensen zich in gedachten tot Hem wenden om nu direct op hen in te kunnen werken.

U, die drager van het goddelijke woord bent, laat u niet van de wijs brengen door twijfels of tegenwerpingen van degenen, die aanhangers van de wereld zijn. Elke stap die u zet, is voor u uitgestippeld en elk woord dat u spreekt, wordt u in de mond gelegd. En als u de Heer blijmoedig dienen wil, zal ook elk woord succes hebben en dus gezegend zijn.

Het lichtje moet ontstoken worden in de harten van degenen, die nog in de duisternis wandelen en laat dus uw licht schijnen, opdat het schijnsel de mensen aantrekt en ze er nu zelf naar verlangen om in het licht te staan. En als u in de liefde en met geduld uw plicht vervult, zult u succes hebben en degene, die eerst al het geestelijke afwees, zal nadenkend worden. Hij zal een buitengewone kracht herkennen en zich hier verlangend naar toekeren en ze zal hem nu ook toestromen, als hij hier innig naar verlangt.

En zo is het werk van allen die willen dienen nodig om de grootste nood van de ziel te beïnvloeden. Elke ziel is dankbaar als haar de reddende hand toegestoken wordt en zodoende moet u haar uw liefde voor de naaste bewijzen, doordat u hem te hulp komt, omdat hij die hulp dringend nodig heeft. Zijn wil is te zwak, dus moet u uw wil gebruiken en werkzaam zijn. En als u de zegen hiervoor vraagt, zult u niet tevergeefs strijden. God Zelf zal u terzijde staan en, door Hem geleid, zal alles wat u onderneemt goed komen.

Amen

Vertaald door Peter Schelling