Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1477

1477 Verwijdering van God – Zelfkennis – Vereniging

17 juni 1940: Boek 24

Om de verwijdering van God te verminderen, moet de mens zich bewust zijn van de afstand tot Hem en de scheiding dus als bedrukkend of smartelijk ervaren. Dan zal hij een verandering van de voor hem niet bevredigende toestand nastreven en nu dus bewust aan zichzelf werken in het besef, dat zijn eigen rijpheidstoestand verhoogd moet worden om de afstand tot God te verminderen.

Zelfkennis is dus de eerste voorwaarde voor een bewuste arbeid aan de ziel. Maar juist deze zelfkennis is het minst bij de mensen te vinden, want ze houden zich niet voor iemand met gebreken en daarom doen ze ook niets voor de verheffing van hun geestelijke toestand. Het is buitengewoon moeilijk om het gevoel van voortreffelijkheid in de mens te verstoren en toch is juist dit nodig, want pas de mens, die zijn gebreken herkent, helpt zichzelf om deze gebreken uit de weg te ruimen.

En weer is de wil om de waarheid te kennen absoluut nodig, want de mens, die de waarheid liefheeft, geeft zichzelf rekenschap over zijn denken en handelen en hij is kritisch. Daarom is het begrijpelijk, dat de mens, wiens hart de waarheid nastreeft, dicht bij de juiste weg is, want zijn gedachtegang wordt zo geleid, dat hij zichzelf herkent en bijgevolg ook een verandering van zijn wezen nastreeft. En als hij dus zijn gebreken inziet, wordt hij klein en deemoedig. Hij zou deze gebreken graag opheffen en wendt zich vragend tot God om kracht en zo nadert hij de eeuwige Godheid al, want hij wil naar God. Hij beseft zijn onwaardige toestand en zou hem graag ontvluchten.

Hij voelt dat hij er niet alleen toe in staat is en vraagt om de goddelijke genade. En nu wordt de afstand tot God steeds minder, want als de mens de kracht uit God toegestuurd wordt, die hij voor zijn geestelijk welzijn vraagt, grijpt de liefde van God hem ook en maakt zijn hart bekwaam om lief te hebben. En de liefde brengt hem weer steeds dichter bij God. De liefde heft de afstand tot God tenslotte helemaal op. De liefde brengt de vereniging tot stand. De gang over de aarde heeft nu voorgoed tot stand gebracht, dat de mens zijn God tegenstrevende wil opgegeven heeft en zich weer uit eigen wil met zijn Vader van eeuwigheid af verbonden heeft, dus verlost is van een eindeloos lange gebondenheid.

Amen

Vertaald door Peter Schelling