Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1471

1471 De leer van Christus – Innerlijkheid – Losmaken-Binden

14 juni 1940: Boek 24

De leer van Christus is een samenstel, die alleen op innerlijkheid berust en elke uiterlijkheid ontbeert. Alleen dat, wat zo’n effect heeft, dat dit het wezen van de mens overeenkomstig de wil van God vormt, zal steeds als de leer van Christus kunnen gelden. De uiterlijke vorming daarentegen draagt niet aan de verandering van het wezen bij. Ze laat het innerlijke onberoerd.

Toen Jezus de Zijnen in Zijn leer onderwees, gaf Hij hun geen voorschriften of aanwijzingen voor wat betreft de duidelijk zichtbare vorm, waarin ze naar buiten toe deze leringen van Hem onder de mensen moesten verspreiden. Hij maakte dus het opvolgen van Zijn leer niet afhankelijk van uiterlijkheden, maar het goddelijke woord moest zuiver en eenvoudig onderwezen, aangenomen en opgevolgd worden. Er zijn ook geen aanwijzingen gegeven voor een bouwwerk, dat vol kracht en macht voor eeuwige tijden moest blijven bestaan.

Jezus heeft alleen de werkzaamheid van discipelen, die God wilden dienen en hun opvolgers, in beelden voorgesteld, doordat Hij Petrus de sleutelmacht gaf om naar zijn inzicht los te maken of te binden. Hij heeft hem daarmee voorbestemd om zich voor de goddelijke leringen in te zetten en ze daar te verspreiden, waar de mensen bereidwillig waren om ze op te nemen. Maar ze aan degenen, die nog te zeer door de geest van de wereld gevangengehouden werden, te ontzeggen, want zij herkenden niet, wat hun geboden werd. En dus maakte Jezus het verspreiden van Zijn leer afhankelijk van het willen ontvangen door de mensen.

Wat jullie bindt, zal ook in de hemel gebonden zijn. Wat jullie losmaken, zal ook in de hemel losgemaakt zijn. Deze woorden zijn er alleen maar de bevestiging van, dat de Heer op aarde Zijn discipelen aanwees om Zijn goddelijke woord te verspreiden. En als de discipelen de mensen als bereidwillig om het woord te ontvangen herkenden, moesten ze hen binnenleiden in de goddelijke liefdesleer, waarvan het opvolgen een totaal vrij worden uit de gebonden vorm oplevert.

Waar echter de vreugde van het ontvangen van het goddelijke woord ontbreekt en dit slechts als holle klank aangenomen wordt, kan het proces van het vrij worden zich niet voordoen en bijgevolg zal in het hiernamaals dezelfde geboeide toestand het lot zijn van degene, die aan het woord van Zijn dienaren op aarde geen geloof schonk.

Maar Zijn dienaren op aarde zijn degenen, die zonder allerlei uiterlijkheden enkel in het streven om God de Heer te dienen en de mensheid te helpen, de leer van Christus onder de mensen op aarde verspreiden. Deze dienaren van Hem zullen dus verlossend werkzaam kunnen zijn, omdat ze niets anders meer nastreven, dan de mensen verlossing te brengen uit de gebonden toestand. Ze zullen echter ook beseffen, dat de mensen eeuwig niet bevrijd worden, als ze deze innerlijke leer van Christus niet aannemen en er niet naar leven. Ze zullen ook in gebonden toestand het hiernamaals binnengaan.

De leer van Christus is iets, wat zo diep innerlijk is, dat het niet vervangen kan worden door vormen en uiterlijkheden en degene, die ophoudt met de vormen en uiterlijkheden, maar innerlijk onberoerd blijft en dus de leer van Christus niet overeenkomstig de wil van God opvolgt, zal gebonden blijven. Al het goddelijke verheft jullie, al het menselijke trekt jullie omlaag. De leer, die Jezus de Zijnen op aarde gaf, was goddelijk en moet dus ook tot verlossing uit de diepte leiden.

Als echter mensenwerk deze zuivere leer misvormt, zal, als er meer acht geslagen wordt op dat mensenwerk, de leer aan kracht verliezen, want alleen het zuiver goddelijke is vol kracht en deze kracht heeft een verlossende werking, terwijl al het menselijke de wil van de mens verzwakt en het verklaart de gebondenheid, zolang de mens de leer van Christus juist in die vorm in ontvangst neemt, die afwijkt van wat de Heer Zelf op aarde onderwezen heeft.

De Heer heeft Zijn discipelen, van wie het wezen vol innerlijkheid was, uitverkozen. En voortaan zullen degenen, die zich innerlijk naar Zijn wil vormen Zijn volgelingen zijn, want hun zal inzicht gegeven worden, zodat ze deze zuivere leer van Christus herkennen en die overeenkomstig de wil van God verspreiden.

Amen

Vertaald door Peter Schelling