Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1139

1139 Wegbereider – Verwijzing naar het gebeuren – Verlichte

16 oktober 1939: Boek 20

Jullie, Mijn getrouwen, moeten voor Mij op aarde wegbereiders zijn en Mij en Mijn macht bekendmaken aan allen, die jullie weg kruisen. En jullie moeten hun bekendmaken, wat vlak voor de deur staat. Jullie moeten hen attent maken op de komende gebeurtenis, opdat ze de geloofwaardigheid van het woord, dat hun door jullie gegeven wordt, herkennen. En jullie zullen aanhangers van Mijn leer vinden en dus Mij en Mijn woord voor iedereen toegankelijk maken en Mij dienen en Mijn wil aan de mensen op aarde bekendmaken.

En als Mijn woord het oor treft van diegenen, die in Mij geloven, zullen ze hoopvol de komende tijd tegemoetzien. Ze zullen niet angstig en bevreesd zijn, maar in vertrouwen op Mij en Mijn hulp de gebeurtenis verwachten en ze zullen zich niet volledig bewust zijn van de omvang van het vreselijke, want degenen, die Mij gelovig aanhangen, zullen niet door leed getroffen worden. En Mijn kleine gemeente zal gespaard blijven en in Mijn genade staan. En daarom moeten jullie nog ijverig werken en proberen deze gemeente te vergroten, want de dag is niet veraf meer en de nood is onnoemelijk groot. Elke dag brengt het tijdstip van het gebeuren dichterbij en daarom moet ook elke dag benut worden en jullie mogen nooit slap of traag worden, want alleen zo is de redding van dwalende zielen mogelijk.

Degenen, die Mij liefhebben, herkennen Mij en hoeven zich niet zo veel zorgen te maken als de afvalligen en in het bijzonder de vrijzinnigen, die de wereld kennen en menen de volste wijsheid te bezitten en daarom geloven ze geen onderrichtingen meer nodig te hebben. Als hun melding gemaakt wordt van wat komen gaat, dan zal hun wil zich weliswaar verzetten dit als waarheid aan te nemen, maar als het gebeuren begonnen is, zullen ze aan de woorden denken en contact met het geestelijke zoeken en dit heeft pas echt waarde. En daarom moeten jullie elk uur benutten en flinke arbeiders in Mijn wijngaard zijn, want er is nog een groot veld te bewerken. Er is nog zo’n onnoemelijk groot werk te verrichten en van Mijn ware gelovigen zijn er maar weinig, die volgens Mijn wil werken.

De wereld zal het nog onnoemelijk zwaar krijgen, als ze niet radicaal verandert en Mijn woord accepteert. Ik heb medelijden met de mensheid. Ik zou haar graag liefde geven, maar ze slaat hier geen acht op en ze wekt Mijn toorn op en grenzeloze ellende is het gevolg van hun afweer en hun leven zonder geloof. En deze nood kunnen jullie nog een halt toeroepen, als jullie Mij laten spreken door jullie mond. Als jullie Mij je wil geven en Ik dus door jullie kan werken.

Elk leed, dat jullie bereidwillig voor Mij dragen, zal jullie zegen brengen en elke vonk van liefde, die jullie in je doen ontbranden, trekt Mij naar jullie. Daarom moeten jullie lijden en liefhebben en jullie zullen mensen bevrijden door zulk leed, dat in liefde door jullie gedragen wordt. En in de komende tijd zullen jullie veel lijden zien en jullie medemensen troostend bij moeten staan. Maar als jullie de liefde tot jullie richtsnoer maken, zal dit lijden een veredelende invloed op de mensen uitoefenen en ze zullen in het laatste uur aan Mij en Mijn woorden denken.

En Ik zal hen naar plaatsen sturen, waar Mijn woord verkondigd wordt. En het zal door hun harten in ontvangst genomen worden en zo menigeen redden van de afgrond, waar ze in hun ongeloof op afstevenden. En wees daarom ijverig werkzaam en streef ernaar Mijn woord te bezorgen bij allen, die Mijn liefde bij jullie zal brengen.

Amen

Vertaald door Peter Schelling