Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1112

1112 Geen enkele gebeurtenis is doelloos – Verkeerde opvattingen – Geestelijke kennis

24 september 1939: Boek 20

Degenen, die kennis hebben, herkennen de goddelijke kracht in alles wat er gebeurt. Ze weten, dat alles in de eerste plaats aan de wil van God ten grondslag ligt. Ze weten ook, dat er niets zonder bedoeling gebeurt en dat de gebeurtenissen zich zo aan elkaar rijgen, dat ze steeds het uitrijpen van al het geestelijke in de schepping dienen. En deze kennis is van een heel bijzonder voordeel als men dit vergelijkt met de vele verkeerde opvattingen, die Gods wijsheid, liefde en almacht uit willen schakelen en deze goddelijke kracht enkel als gevolgen van de natuurkrachten willen bestempelen.

Niets in het heelal is zonder opzet, dus toevallig. Steeds ligt aan elk gebeuren een bepaald doel ten grondslag, maar dit doel herkennen de mensen meestal niet. Maar omdat anderzijds een weinig opmerkzaamheid ten aanzien van al het natuurgebeuren een zekere planmatigheid laat herkennen en dat derhalve een wijze Schepper onmiskenbaar erkend moet worden, dan moet ook elk gebeuren overeenstemmen met het raadsbesluit van de eeuwige wijsheid en dus daarin zijn oorsprong hebben. En er kan dus van menselijke zijde niets in het goed bedachte goddelijke plan bekritiseerd of geheel ontkend worden.

Het kan voor de mensheid alleen niet begrijpelijk gemaakt worden, dat de wil van God soms daar tot uiting komt, waar naar menselijk oordeel een gewelddadig ingrijpen juist ongepast is. Want ze begrijpt niet, dat de geestelijke toestand van de mens menigmaal vereist, wat voor de verstandsmatige denker moeilijk te verklaren is. En daarom moeten ook die mensen getroffen worden, die in de ogen van de wereld zuiver en onberispelijk zijn, maar heel gebrekkig voor God staan.

En ter wille van hen zijn er grote omwentelingen in het wereldgebeuren op komst. En ter wille van hen zal er op aarde nog veel leed te zien zijn, echter bestaat er geen leed zonder een bedoeling van de goddelijke Heer. En ter wille van hen zal er ook een onmiskenbaar gericht van boven moeten komen, opdat zij maar gered worden, want de wereld kijkt niet, zoals de Vader in de hemel dat doet, namelijk met ogen van liefde op de schepselen. Ze oordelen blind over het uiterlijke, want ze weten niets van de noodzaak van al het goddelijke ingrijpen. Ze zien slechts het leed, dat over de mensheid komt en alleen degenen, die kennis hebben, weten dat alleen de liefde en het erbarmen de Vader in de hemel al het gebeuren teweegbrengt en dat dit nodig is ter wille van de ziel._>Amen

Vertaald door Peter Schelling