Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1082

1082 Verhoring van het gebed – Voorwaarden

5 september 1939: Boek 20

Ik wil het hart van degene, die gelovig Mijn naam uitspreekt in alle volheid met Mijn kracht en Mijn liefde bedenken. Kijk, uw lichaam is aards en alles, wat u omgeeft, is eveneens aards in zijn uiterlijk omhulsel. Maar wat zich in uzelf bergt, is net als hetgeen in het omhulsel verborgen is, het goddelijk wezenlijke en dit voelt de schenking van Mijn kracht en het voelt uiterst aangenaam voor dit wezenlijke. En daarom moet u steeds alleen aan het geestelijke in u denken en geen acht slaan op al het uiterlijke. Want Ik gaf u het omhulsel voor het uitrijpen van het geestelijke en u zult nu ook voor haar weten te zorgen.

Waarom vreest u dan? Het lichaam van degene, die aan zijn ziel denkt en zich aan haar verlossing gelegen laat liggen, hoeft werkelijk niet te zorgen voor zaken, die het nodig heeft. Ik gaf u alles, wat u in de schepping ziet. Ik gaf u alles met een doel. Als u aan dit doel voldoet, zult u in overvloed hebben, wat u voor uw lichaam nodig hebt. En als u bang bent, roep Mij aan en noem in vol geloof Mijn naam en u zult geen nood hebben in aardse zaken.

Degene, die vast op Mij vertrouwt, leeft immers al door Mijn kracht en is in zekere zin ook meester over wereldse zaken, want Ik leg alle kracht in een gelovig vertrouwend hart om het geheel en al naar Mij toe te keren om intrek te kunnen nemen in dit hart. Begrijp dat, Mijn kind. Alle mensen op aarde hoeven maar hun verzoeken te uiten en het zal voor hen vervuld worden, als ze Mij in hun hart aanroepen, in Mij geloven en Mij met alle innigheid liefhebben. Want degene, die Mij liefheeft, maakt zijn wil ondergeschikt aan Mij. Degene, die in Mij gelooft, twijfelt niet aan Mijn macht en liefde en als hij Mij aanroept, geeft hij zijn zwakheid toe en komt als een angstig kind vol vertrouwen naar de Vader. En ik kan zijn gebed verhoren, want Ik wacht toch op de roep, die uit het aardse dal naar Mij opstijgt.

Maar waar niet aan één van deze eisen wordt voldaan, waar de liefde, het geloof of het vertrouwende gebed ontbreekt, moet het mensenkind beproevingen ondergaan om uiteindelijk de weg naar Mij te vinden. U verlangt zo vaak naar nutteloze dingen en als Ik uw gebed daarom niet verhoor, twijfelt u en informeert u nooit naar de reden en in hoeverre de schuld aan uw kant ligt, dat u niet verhoord wordt.

Kijk, als Mijn ware kinderen Mij hun verlangens voorleggen, laten ze het ook aan Mij over om aan hun gebed te voldoen, want ze weten altijd, dat Ik hen geen gebrek laat lijden, als het niet nodig is voor hun zielenheil. Maar ze verlangen ook niets, dan wat het hart hun voorschrijft en ze worden dus al duidelijk door de geest, die in hen aanwezig is, geleid. En wat zo’n kind nu vraagt, krijgt altijd Mijn instemming en het zal dus ook verhoord worden. En als het u nu aanspoort naar iets te verlangen, wat tot de instandhouding van uw aardse lichaam dient, dan zal de Vader in de hemel u zeker het gevraagde niet weigeren, want Mijn kinderen zullen met alle liefde en al het nodige verzorgd worden, als enkel het geloof hen gebiedt Mijn naam te roepen en zich aan Mij toe te vertrouwen, want “waar u de Vader in Mijn naam om vraagt, zal u gegeven worden”.

Amen