Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1073

1073 Afwijzen van de goddelijke genade – Makkelijkere levensweg

27 augustus 1939: Boek 20

Laat het een waarschuwing voor u zijn, dat u het niet ongestraft moet wagen om de genade van God af te wijzen, want u zult geestelijk zwak blijven. U zult blind rondlopen. En dat alleen is al een strafgericht voor uw ziel, die u zelf veroorzaakt hebt. En begrijp het goed: U ontneemt uzelf iets onnoemelijks kostelijks.

In de genade van God te staan, betekent voor de mens op aarde een verlichting, die hij zelf in het geheel niet in de volle omvang beseft. Maar eens, als hij op zijn levensweg terugkijkt, wordt hij er zich van bewust. Wanneer hij beseft, hoe onnoemelijk hij moet strijden en er de halve kracht voor nodig geweest zou zijn, door het genademiddel te gebruiken, dat hem ten dienste stond. En hij wees dit uit verwaandheid af. Dit zal hem in een staat van berouw brengen, die waarlijk een vreselijke straf voor hem is.

Hoe vaak wordt de mens de gelegenheid geboden, dat hij de hem toegestuurde genade alleen maar hoeft te grijpen, maar zijn wil deze bewust afwijst? En alleen, omdat hij zich sterk genoeg voelt en hij gelooft geen hulp van boven nodig te hebben. Wat is de mens, zolang hij op aarde leeft? Toch alleen maar een naar volmaaktheid worstelend schepsel?

De eeuwige Schepper is werkelijk niet zo onverstandig om van Zijn schepselen meer te verlangen, dan dat ze gemakkelijk kunnen vervullen. De mens maakt zijn worstelen echter zelf zwaarder door zijn eigen wil. Zodra God de mens een opdracht gegeven heeft, heeft Hij ook al de verlichting voor hem klaar staan, want het is alleen Zijn eindeloze liefde, die Zijn schepsel voor eeuwig iets onvergelijkelijk heerlijks wil bieden. En zo moeten ook de eisen, die Hij aan de mens stelt, gegrondvest zijn in Zijn liefde. Dus belooft Hij hun ook tegelijkertijd alle hulpmiddelen om aan de eisen te kunnen voldoen.

En alleen de kinderlijk deemoed is vereist om deze hulpmiddelen, die zo liefdevol aangeboden worden, uit de hand van de Vader aan te nemen om daardoor moeiteloos de weg naar boven af te leggen. De zon van de goddelijke liefde verlicht u, mens, toch zonder onderbreking? Ze wil uw levensweg verlichten en u met haar stralen verwarmen en als u zich bereidwillig overgeeft aan haar weldadige werking, moet uw ziel ook rijpen. En dan hebt u gebruik gemaakt van de goddelijke genade en de gang over de aarde wordt door uw wil beter begaanbaar gemaakt.

Amen