Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/1035

1035 Overwinnen van de tegenstand – Verminderen van de materie

2 augustus 1939: Boek 19

In elke materie verbergt zich het onrijpe geestelijke en dit heeft een enorme invloed op de met deze materie in aanraking komende mensen. En daarom is het verklaarbaar, waarom de mens onophoudelijk in strijd verkeert en verkeren moet met alles wat hem omgeeft. Over dit onrijpe geestelijke meester te worden, betekent juist de tegenstand overwinnen en daardoor het geestelijke in zich te versterken en dus uit te rijpen. Zonder strijd valt niets te overwinnen en de mens zou heel spoedig door de materie en het onrijpe geestelijke verpletterd worden, als hij hier geen tegenstand aan biedt.

Het onrijpe geestelijke, ofschoon uit God voortgekomen, is door de geestelijke aanmatiging van het oorspronkelijk geschapen geestelijk wezen nog zo ver van Hem verwijderd, dat het zijn oorsprong niet beseft en zich dus tegen alles verzet, wat tot God als zijn Schepper en Vader geraken wil. En zo moet dus onvermijdelijk het tegenovergestelde streven in strijd met elkaar zijn. Echter draagt de mens, die strijdt en succesvol is, er aanzienlijk aan bij, dat de tegenstander veel macht ontnomen wordt, want het overwonnen geestelijke doet het rijpere geestelijke in zich toenemen.

Wanneer het de mens dus gelukt is om meester te worden over alle beproevingen van het leven, wanneer het er altijd maar op bedacht is om ter overwinning van de beproevingen geestelijk volmaakte wezens om hulp te roepen, dan heeft hij op aarde aan zijn plicht voldaan en in geestelijk opzicht onnoemelijk bevrijdend gewerkt, terwijl een bestaan zonder strijd weinig zegenrijk doorgebracht zou zijn en er zo lang zeer veel onrijp geestelijks gevangen blijft, totdat het de strijd ertegen aangaat.

En in dit licht bezien, zal jullie alles, wat voor jullie moeilijk lijkt om te dragen, als eindeloos belangrijk en onvermijdelijk verklaarbaar zijn. En jullie zullen, als jullie God willen dienen, het geduldig op je nemen en indachtig zijn, dat de Vader in de hemel jullie ook hulp toe doet komen, als jullie Hem daar maar innig om vragen.

Amen