Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0916

0916 Mededeling van een wezen uit het hiernamaals

15 mei 1939: Boek 18

Degenen, die met een liefhebbend hart vurig naar Mij verlangen, zullen vervulling van hun verlangen vinden en buitengewoon gelukkig zijn. De wereld kan hen zo’n geluk niet bieden. De liefdesgeest van eeuwigheid af, van Wie alles wat bestaat, uitgegaan is, kan dat wel. En als zij de weg naar de Vader weer terugvinden, zal de hereniging zo’n zalige toestand betekenen, zoals jullie op aarde nooit kunnen begrijpen. En deze zekerheid moet een aansporing voor je zijn om met alle zinnen naar Mijn liefde en de vereniging met Mij te streven. En dit zal een geestelijk voordeel voor je opleveren en het zal bevorderlijk zijn voor je geestelijke arbeid.

Laat nu jouw geest zweven in onbekend gebied. Er is een buitengewoon actieve geestelijke uitwisseling aangegaan vanuit het hiernamaals naar de aarde en degenen, die zich hier mee bezig houden, zijn allemaal innig met Mij verbonden. Ze verlangen naar geestelijk voedsel en staan voortdurend in verbinding met de leerkrachten in het hiernamaals om in de liefde en wijsheid onderwezen te worden. En evenzo nemen de onwetende wezens in het hiernamaals eraan deel, voor zover hun eigen wil hen ertoe aandrijft om kennis te nemen van de aan jullie aangeboden kennis.

De lijdensweg van menige ziel in het hiernamaals kan daardoor aanzienlijk verkort worden, als ze al hetgeen opgenomen werd op de juiste manier benutten. En daarom is het ook verklaarbaar, dat jij omgeven bent door talloze wezens, voor wie jouw arbeid onnoemelijke zegen opgeleverd heeft door de voortdurende onderrichtingen, die hen eveneens van pas komt. Een wezen, dat in rechtstreekse verbinding met jou staat en jouw geestelijke arbeid met grote opmerkzaamheid volgt, verlangt er nu naar om bij jou zijn hart uit te storten. En het is door Mij toegelaten, dat degene, die jou in liefde toegedaan is, zich bekend maakt. En geef je daarom zonder twijfel aan zijn woorden over:

De avond, die mij liet deelnemen aan jouw arbeid, was mij tot zegen. Ik heb geen mensen op aarde, die mij zo nabij staan als jij, want ik ben eenzaam van de aarde gegaan en liet niemand achter die in liefde aan mij denkt. En in de nood van mijn ziel is hulp bij mij gekomen, want ik voelde de kracht van jouw gebed en werd hier in zekere zin sterker door. Ik heb me door het heelal gehaast om dicht bij jou te kunnen zijn en ik vind in elke verbinding, die jouw wil met de geestelijke wereld tot stand brengt, zo onnoemelijk veel hulp en kracht, dat ik de hemelse Vader met mijn hele hart bedank voor de genade, die Hij mij, door jou, liet toekomen. Hij bedenkt de mensen op aarde naar waardigheid en ons net zo. Maar jouw gebed is voor ons een duidelijke versterking, en mijn leed is afgenomen, naarmate ik mijn kennis mocht verrijken met de aan jou geboden goddelijke leer.

En ik wil nu, hetgeen ik door jou ontvangen heb, met alle ijver benutten en steeds nieuwe zielen op jou attent maken en ze jou toevoeren en hen het evangelie volgens Gods wil prediken. Ik leef nu alleen nog maar voor deze geestelijke opdracht en ik zie in elke bekendmaking, die jou toegestuurd wordt, zo’n eindeloos genadegeschenk van de Heer en Heiland, dat ik nu pas in zijn volle betekenis het buitengewone van dit bewijs van goddelijke vaderliefde begrijp. Ik wil jou graag op alle mogelijke manieren helpen, maar mijn kracht is niet voldoende. En dus is het vandaag alleen maar een bijzondere genade dat ik mij aan jou bekend mag maken en jou mijn dank mag betuigen voor jouw liefdevol gedenken en smeken voor mijn zielenheil.

En nu zullen nog enige woorden jou opheldering geven: De mens, die zijn doel op aarde niet bereikt, is beklagenswaardig, als hij leeg en bloot in het hiernamaals aankomt. Maar zolang de genade van God hem zo genadig geboden wordt, is zijn ziel nog redding te brengen. En ik laat daarom geen gelegenheid onbenut voorbijgaan en blijf in jouw nabijheid, jou vragend om mij verder in het gebed te gedenken en mij de liefde te doen toekomen, die jij me op aarde gaf en op wie ik weinig acht sloeg. In het leven vond ik niet de juiste verbinding met jou, maar nu zoek in elke gelegenheid, waar ik de geestelijke uitwisseling met de aarde bij kan wonen, de eeuwige Godheid dankend, Die mij deze genade liefdevol toestaat. Degene, die zich ten dienste aan de Heer aanbiedt, kan waarlijk zegenrijk op aarde werken, zoals ook in het hiernamaals.

Amen

Vertaald door Peter Schelling