Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0909

0909 Woningen in het huis van de Vader – Gelukstoestand – Rusteloos

12 mei 1939: Boek 18

“En er zijn vele woningen bereid in het huis van Mijn Vader”. In elk mensenhart ligt het verlangen naar geluk en vrede. En dit is voor hem pas de drijfveer om te streven naar alles wat hem in de gelukstoestand brengt. En zo is daar de verklaring al in te vinden, waarom de mens onophoudelijk werkzaam moet zijn, want juist dat vurige verlangen brengt hem naar iets moois, iets wat nuttig is voor zijn denken.

Het is niet altijd hetzelfde, wat de mens nastreeft. Een ieder ziet de vervulling van zijn hart op een andere manier. En zo ontstaat ook hier weer de vraag van welke aard de eeuwige zaligheid moet zijn om alle harten gelukkig te maken. Om ieders verlangen te stillen en vervulling voor hem te zijn. Jullie, mensen op aarde, zijn niet in staat om het te begrijpen, want het zijn ver voorbij jullie begrip gaande beschrijvingen, die jullie gegeven zouden moeten worden om volledig te begrijpen, wat jullie in het hiernamaals te wachten staat.

En opnieuw is het voor elk mens zijn eigen zaak welke toestand hij voor zichzelf creëert, en ook op welke manier, alsook in welk graad hij het welbevinden gewaar wordt, want er zijn talloze mogelijkheden, die hem gelukzaligheden kunnen bereiden. Maar omgekeerd ook om zich van de leegte van zijn ziel bewust te worden. En daarom is het zo buitengewoon belangrijk om reeds op aarde zich in die staat van rijpheid te brengen, zodat de ziel in het hiernamaals niet de kommervolle toestand van het besef van haar gebrek moet verdragen, want dit is gelijk een ronddwalen zonder vaderland.

De ziel is geen rustpunt gegeven, waar ze een rustig bestaan kan leiden, maar ze beseft in diep berouw, dat ze verzuimd heeft om voor zichzelf een redelijk verblijf in het hiernamaals te creëren. En nu is ze op de liefde van andere zielen aangewezen, of ze haar het verblijf toe willen staan of niet.

Zo’n toestand zonder vaderland duurt zolang, totdat de ziel zelf werkzaam geworden is en ze beseft heeft, dat haar ook nu nog de mogelijkheid gegeven is om haar toestand te verbeteren. En dan begint een buitengewoon ijverig streven, want het verlangen naar geluk en vrede is meteen beschikbaar en dat zal in dezelfde mate toenemen, zoals het verlangen voor haar in vervulling gaat.

Want in de toestand van licht onthullen zich de mooiste beelden aan de ziel. Streken van onbeschrijflijke bekoorlijkheid en onnoemelijk mooie dalen en hoogten bieden zich aan de geestelijke ogen aan en de ziel zou graag te midden van deze heerlijkheid verblijf willen nemen. En ze heeft alleen maar haar wil nodig om haar verlangen te vervullen en een vaderland te vinden, die haar alle geluk en zaligheid biedt.

Want het begrip ‘liefde en almacht’ valt voor jullie niet in zijn volle betekenis te begrijpen. Jullie weten niet wat de eindeloze liefde van God voor de mensen, die Hem van ganse harte liefhebben en Zijn geboden onderhouden, klaar gemaakt heeft. Pas bij het binnentreden in de eeuwigheid zullen jullie dit kunnen beoordelen, en zalig zal degene zijn, die op aarde reeds de bouwstenen verzameld heeft en in het eeuwige vaderland aantreft, wat voor hem de vervulling van zijn diepste verlangen is.

Amen

Vertaald door Peter Schelling