Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0841

0841 Diverse vaardigheden om te ontvangen – Vorm en inhoud van de opnamen

1 april 1939: Boek 17

De verschillende vaardigheden om te ontvangen, zijn een verklaring voor de uiteenlopende opnamen, wat vorm en inhoud betreft. Als de geest volledig geconcentreerd is en zich gemakkelijk los kan maken van de aarde en de met haar verbonden zorgen en vreugden en niets anders verlangt dan de geestelijke uitwisseling met de vrienden in het hiernamaals, zullen deze vrienden aanzienlijk gemakkelijker ingang vinden in het menselijke hart en hun gedachten zonder hindernis en verstoring aan het mensenkind kunnen overdragen.

Wanneer de ziel echter eeuwig en altijd weer afdwaalt van al het geestelijke, als ze de verbinding met het aardse niet kan verbreken of een zekere onverschillige instelling de geestelijke bekwaamheid om te ontvangen verzwakt, dan zal dit merkbaar worden, doordat er langere tijd voor nodig is, voordat de geestelijke kracht zich begrijpelijk kan maken. En dit verzwakt de wilskracht buitengewoon, want een groter succes zal begrijpelijkerwijs de wil steeds opnieuw aansporen om werkzaam te zijn, terwijl een slechter resultaat de mens enkel nog trager laat worden, als de drang tot werkzaamheid niet buitengewoon actief is en een klein succes met alle kracht probeert te vergroten en de zwakte van de wil met alle middelen bestrijdt.

Zo zullen bijvoorbeeld de opnamen bij een grotere bekwaamheid om op te nemen van een diepere wijsheid getuigen, en ook in hun vorm afwijken van de opnamen van degenen, die, om zo te zeggen, bij een zekere zielszwakte zullen ontvangen. Want de Heer eist de volste bereidheid om zich in te zetten en om te ontvangen. Hij eist ongeremde overgave en ongedeelde aandacht, maar Hij zal dit dan ook belonen door het overdragen van goddelijke wijsheden, die het mensenkind volop op menige manier schadeloosstelt en onnoemelijk gelukkig maakt voor het offer en het ook tot steeds ijveriger streven aanspoort.

Het is een troostrijke gedachte, dat de Heer geheel naar behoefte uitdeelt en dat het verlangen van de mens dus altijd vervuld wordt. Dat de goddelijke geest in zijn hele volheid afdaalt, als het door het hart begeert wordt. En dat de mens zich dus zelf met geestelijke schatten verrijken kan en het volledig in de hand heeft om de ontvangst te vergroten, indien het zijn wil is.

Het is een troostrijke gedachte om te weten, hoe gemakkelijk de mens op aarde tot een innige verhouding met de hemelse Vader kan komen en zo op de meest uitputtende manier onderricht wordt. En dat, als hij tegen de wereld en haar bekoringen strijdt, hij het niveau van zijn kennis zelf bepalen kan, want de hemelse Vader geeft, al naar gelang het verlangen naar wijsheid in het mensenkind sterk is. En als het uit de diepste grond van zijn hart begeert om te ontvangen, zullen hem ook de diepste goddelijke wijsheden in overvloed gegeven worden.

Amen

Vertaald door Peter Schelling