Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0789

0789 Strijd tegen het boze – Verzorging van het innerlijke leven – Gewone zorgen

26 februari 1939: Boek 16

Jullie zullen je altijd in moeten spannen om tegen de macht van het kwaad te strijden, want zijn sluwheid en zijn boosaardigheid zijn ongelofelijk en werpen jullie steeds weer terug, als jullie je niet naar vermogen inspannen om hem meester te worden. En hij bedient zich van alle beschikbare middelen en probeert de harten van de gelovigen af te wenden van hun liefde voor God en hun worstelen voor volmaaktheid. En dit lukt hem heel vaak, omdat hij toch aan zijn kant alle middelen heeft, die dicht bij de wensen van de mensen van de aarde liggen, die al te graag vervulling verlangen.

Maar een gelovig hart, dat op God vertrouwt, zal alle prikkels en verzoekingen van deze wereld kunnen weerstaan. En zijn loon zal zijn, zoals het trouw de Vader dient. En degene, die van de strijd met de boze machten niet moe wordt, heeft dus groot voordeel te verwachten.

De mens moet de grootste zorgvuldigheid toepassen bij de verzorging van het innerlijke leven. Dan zal zich ook voor hem de bron van wijsheid ontsluiten. Hij moet proberen om het geringste gevaar voor zijn ziel af wenden, doordat hij zichzelf bedwingt en zo de tegenstander geen macht over zich verleent. Zodra hij merkt, dat alle menselijke opwellingen in een zekere tegenstelling staan tot de eisen van de ziel, ligt er gevaar op de loer, en als hij nu aan deze opwellingen toegeeft, is de eerste stap tot struikelen of afwijken van de juiste weg, genomen.

Dit wordt jullie juist duidelijk wanneer jullie de levende verbinding met God nastreven en moeten erkennen, hoe jullie je in de geest van de hemelse Vader verwijderen, als jullie aan de menselijke opwellingen toegeven. En hoeveel geweld jullie moeten gebruiken om je weer juist als kind van de Vader te voelen. In de juiste verhouding tot Hem te treden is vaak niet zo moeilijk, als de juiste verhouding tot stand te brengen, wanneer het eenmaal losgemaakt is.

En dit moet jullie waarschuwen. Er zijn dan steeds slechte krachten aan het werk, die zouden willen vernietigen, wat de goede krachten opgebouwd hebben. Volg de innerlijke stem, die jullie steeds weer aanwijzingen geeft hoeveel edeler het is om onrecht te verdragen, dan in opstand te komen tegen onrechtvaardigheden, waarvan de oorsprong altijd ligt in het gebrek aan geestelijke rijpheid.

Iedereen zorgt voor dat, wat hem als het belangrijkste voorkomt. Als nu deze zorgen de wereldse behoeften betreffen, is de zin van de mens juist nog behoorlijk aards en het kan nauwelijks van hem verwacht worden, dat hij zich met geestelijke goederen bezighoudt. En precies zo is voor een geestelijk gevorderd mens het opgaan in wereldse zorgen dus onbegrijpelijk, omdat hij geleerd heeft om deze als irrelevant en onbelangrijk te beschouwen en hij niet kan begrijpen dat de tijd, de kracht en de wil niet nuttiger voor de eeuwigheid gebruikt wordt.

De aardse mens wil dus vaak de zorgen uit oude gewoonte niet missen. Hij heeft de mogelijkheid om vrij van zorgen te worden, als hij alles vol vertrouwen aan de eeuwige Godheid overlaat, maar hij blijft er liever zelf mee belast en gaat elke hulp, die hem geboden wordt, uit de weg. En er is moeilijk vat op zo’n ziel te krijgen om hem de innerlijke vrede te verschaffen.

Toch moet de medemens zich dan in de grootste liefde en het grootste geduld beijveren en steeds weer proberen om zo’n dwalend mens goed te onderwijzen, zo vaak het mogelijk is, want alle tegenstand verflauwt eens en steeds zal degene, die zich in geduld oefent, nooit liefdeloosheid op laten komen en de Vader in de hemel om zegen voor zijn voornemen om de dwalende mens juist te leiden en hem aan innerlijke vrede te helpen, vraagt, de overwinnaar blijven.

Amen

Vertaald door Peter Schelling