Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0785

0785 School van de geest – Lichtsferen – Gelukzaligheid

23 februari 1939: Boek 16

Jullie zullen goed onderwezen uit de school van de geest tevoorschijn komen en jullie leerkrachten altijd het getuigenis geven, dat ze jullie in alle kennis binnen gevoerd hebben. Dat ze jullie eeuwige wijsheden verschaft hebben. En als jullie deze school van de geest succesvol afgesloten hebben met het resultaat, dat jullie binnen gedrongen zijn in de diepten van de goddelijke wijsheid en dus ook in staat zijn de grootte en verhevenheid van de Schepper te herkennen, is jullie doel op aarde volkomen vervuld, want jullie hebben dan een geestelijke trede bereikt, die jullie het binnengaan in hogere sferen toestaat. Jullie kunnen het vleselijke lichaam achterlaten en je zonder belemmering boven de materie verheffen, volledig vrij in jezelf en van al jullie bedrukkende boeien bevrijd.

Dit stadium zal voor jullie een zaligmakende zijn. Jullie kleeft immers niets meer aan, wat jullie belast. Door stralend licht omgeven, heeft niets onreins toegang tot jullie. En jullie toestand is licht en leven. Jullie staan in de waarheid en beseffen, dat jullie nooit meer kunnen vergaan. Uit de diepte van het bewustzijn stijgt alle geestelijke kennis op en onthult jullie de gehele schepping en alles zal zich helder en duidelijk voor jullie geestelijke ogen weerspiegelen. En wat jullie verlangen om te zien, zal in alle diversiteit leven verkrijgen. Er zal niets zijn, wat voor jullie versluiert blijft.

Het zal een onnoemelijk bevredigende toestand zijn, een voortdurend welbehagen en toch weer een voortdurend verlangen om het wonder van de schepping steeds weer te beleven en te bekijken. De aarde herbergt slechts in beperkte mate de heerlijkheden van Gods schepping en toch zijn deze heerlijkheden in zulke enorme aantallen te beschouwen en te bewonderen, dat tijden verstrijken tot een lichtwezen al deze wonderen van de schepping in zich opgenomen heeft.

Maar probeer je nu voor te stellen, dat alle gesternte, alle in het verre heelal door Gods almacht in eindeloos grote hoeveelheden ontstane scheppingen, zulke bewijzen van goddelijke liefdeswerken laten zien en dat er eeuwigheden verstrijken voordat een wezen, dat in het licht staat, een blik geworpen heeft in de talloze wonderen van de schepping en dat er zich dus nooit en te nimmer de toestand van vermoeidheid of van verveling kan voordoen. Want dit is een begrip, dat alleen in het aardse leven gebruikt kan worden, maar nooit in de boven al het aardse verheven eeuwige scheppingswerk, dat lichtwezens in een eindeloos aantal herbergt en toch wordt er niet één van deze wezens de volledige vervulling van zijn zinnen en verlangens ontzegd.

In een voor jullie niet te bevatten omvang staat elk lichtwezen alle mogelijkheden ter beschikking om in bovenaardse genoegens te zwelgen. Toch overvleugelt de liefde al deze genoegens. De wet van de liefde is bepalend, zowel op aarde, als ook in deze sferen. Steeds is de liefde het wezen van al het geestelijke, want de liefde is de kracht, die alles doorstroomt en alle gelukzaligheid heeft haar begin en haar doel in de liefde.

Amen

Vertaald door Peter Schelling