Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0781

0781 Het boekwerk als drager van de waarheid – Vooruitblik op de geestelijke nood

19 februari 1939: Boek 16

Jouw taak is van zodanige aard, dat de Heer Zich Zelf aan jou openbaart om Zich onbeperkt te kunnen uiten, waar de noodzaak voor het heil van de mensen duidelijk is.

Op dit moment geldt alle strijd in het leven op aarde alleen het verkrijgen van aardse macht en dus blijven alle geestelijke interesses op de achtergrond. Ja, het zal zo ver komen, dat men al het geestelijke probeert te overstemmen, dat men het hele leven alleen puur aards beschouwen en waarderen zal en elke geestelijke instelling de strijd aankondigt. En zo keert de mensheid zich steeds meer naar het materialisme en miskent haar eigenlijke opdracht op aarde geheel en al. En zo’n nood op aarde wil de Heer bestrijden en nu van Zijn kant de geestelijke verbinding met de mensen vernieuwen en daar weer tot stand brengen, waar ze geheel verloren gegaan is.

De mensen zouden deze weg graag af willen wijzen en zich op het tot dusverre werkzaam zijn van God beroepen, dat zulk duidelijk bewijs niet nodig heeft gehad. Ook zij zullen eenmaal beseffen, hoe noodzakelijk het ingrijpen van God nu geworden is. Ook zij zullen in de komende tijd gewaar worden, hoezeer de geestelijke toestand van de mensen gevaar loopt en hoe alleen door duidelijke bewijzen van geestelijke kracht en geestelijke activiteit aan deze toestand van dreigend gevaar een halt toegeroepen kan worden en hoe anderzijds alleen in het geestelijke besef de ware inhoud van het leven te zoeken is. Hoe, ondanks uiterlijke nood en verdrukking, de geestelijk actieve en werkzame mensen toch tevredener en innerlijk zekerder in het leven staan, dan de aardse waarden nastrevende mensen zonder het juiste godsbesef.

Wat hen ook uiterlijk aan rijkdom, eer en wereldse vreugden geboden wordt, het kan niet de geringste vergoeding zijn voor geestelijke kennis en ook de leegte in hun harten niet uitbannen. En om de mensheid nu een duidelijk bewijs te leveren, dat hun streven naar aardse goederen waardeloos en onzinnig is, en om voor hen de nutteloosheid van hun leven begrijpelijk te maken, is een gebeurtenis voorzien, dat zichtbaar naar boven moet wijzen, binnen een ogenblik duidelijk herkenbaar door de macht van de Allerhoogste.

In de geestelijke nood van de door deze gebeurtenis wakker geschudde mensheid, zal het verlangen naar opheldering of aanwijzingen wakker worden. Menige mensen, die tot dan toe alles verworpen hebben, zullen willen horen en weten. Maar hij zal nu veel meer geloof aan zulke bewijzen, die duidelijk getuigenis afleggen van het werkzaam zijn van God, schenken dan aan de tot die tijd bestaande overleveringen, die nog dezelfde afwijzing zal treffen, omdat ze onbegrijpelijk voor de mensen zijn en niet als zuivere waarheid herkend worden.

Om nu gemakkelijk verklaarbare redenen probeert de hemelse Vader al dezen, die van goede wil zijn, het juiste licht te brengen. En wel in een vorm, die volledig overeenkomt met het denken en de geestelijke vereisten van de mensen en alleen de wil van het individu is maar nodig om met het hart opgenomen te worden. Als toekomstig drager van goddelijke waarheid moet dit werk ingang vinden onder de mensheid en daarom zullen de harten niet hoeven te twijfelen en zorgen te hebben, want de geestelijke kracht, die zich achter het ontstaan van dit werk verbergt, zal dit ook beschermen tegen elk gevaar van buiten.

Het tijdstip, waar een vernieuwde aanval al het geestelijke streven betreft, is dichterbij gekomen en er zullen steeds meer eisen aan jullie mensen gesteld worden. Een algemeen geestelijk vervlakken zal het gevolg zijn. Steeds ijveriger zal men zich inspannen om uit te roeien, wat de mensheid nog tot het geloof in Jezus Christus zou kunnen brengen. Er zal een toestand van zo’n treurige geestelijke leegte uit voortkomen, dat ook het aardse leven in welzijn, de mens geen bevrediging meer geeft, maar ze toch afwijzend staan ten opzichte van een geestelijke leer. Want ze zijn eenvoudigweg niet in staat om hun gedachten die richting te geven. Maar ze zitten echter vol wereldse wijsheid en hun denken laat daarom een aanpassing naar het terrein van het geestelijke niet toe.

Verheven boven de leringen, die van een eeuwige Godheid getuigen, en zich van hun wijze, verstandelijke denken bewust, door en door materieel ingesteld, is voor hen het geloof in God, in een Verlosser, eenvoudigweg onaannemelijk. De duisternis van de geest heeft de overhand genomen en zo zijn er onnoemelijke moeilijkheden te overwinnen, als de ziel van zo’n mens zich moet veranderen. Deze toestand staat de mensen binnenkort te wachten. Slechts een uiterst klein deel houdt aan het geloof vast en zal daarom bestreden worden. Deze weinigen hebben deze kracht en troost juist in grote mate nodig, want vele verzoekingen zullen hen naderen om ook deze weinigen van de Heer afvallig te maken.

Dus heeft de Heer voorzorgsmaatregelen genomen en laat de mensen overal voedzame en krachtige spijs toekomen. Degene die oplet, herkent de draden, die onzichtbaar van de hemel naar de aarde werkzaam zijn. Degene die de blik naar God opheft, voelt ook Zijn liefde. Spoedig zullen jullie mensen, die gelovig willen zijn, de eerste voortekenen van de geestelijke verwarring te bespeuren krijgen. En als jullie niet geheel vast staan, zullen jullie wankelen en naar troost en kracht zoeken. Het kan dan ook gebeuren, dat jullie de taal van de hemel niet meer herkennen, wanneer jullie haar alleen daar zoeken en verwachten waar ze jullie tot dusver aangeboden werd.

Men zal proberen jullie te ontstellen of alles te ontnemen en ze willen dit zo sluw bewerkstelligen, dat jullie in erge nood zullen geraken en dan het vaste geloof in de Heiland moeten bewijzen. En het hart van degene, die dan de Verlosser in zich heeft, zal standvastig blijven en Hem niet opgeven vanwege uiterlijk voordeel. En de kracht om weerstand te bieden, zullen jullie uit Zijn woord moeten ontlenen, en jullie zullen veel te lijden hebben voor de Heer, maar steeds te verdragen, als jullie gebruik maken van Zijn gaven van boven, want ze worden jullie in het wijze vooruitzicht van wat komen gaat, gegeven. Let er daarom op, hoe snel deze tijd over jullie los zal breken. Gezegend degene, die zich aan het woord, dat de goddelijke liefde jullie geeft, niet stoot. Degene die zich er met volle ijver voor inzet en alle kracht aan dit woord ontleent. Want hij zal de tijd van de beproeving doorstaan.

Amen

Vertaald door Peter Schelling