Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0779

0779 Licht van de waarheid – Duidelijk kenteken – Het woord van God

16 februari 1939: Boek 16

In het licht van de waarheid staan, betekent voor het mensenkind het grootste genadegeschenk. Toch is het alleen van de wil van het kind afhankelijk of de Heer Zich aan hem openbaart. Laat het zich bereidwillig gebruiken als opnamevat van goddelijke wijsheden, dan is het contact van de aarde met het hiernamaals al tot stand gebracht en de weg naar de waarheid betreden.

En toch schrikken de mensen ervoor terug en dat zonder enige grond. God de Heer weet heel goed wat er voor de mensen op aarde nodig is voor hun heil. Hij ziet hen ten prooi vallen aan een grote dwaling. Hij ziet hen lijden door verkeerde ideeën. Een hiernamaals loochenen ze en een einde van het bestaan met de lichamelijke dood is veel waarschijnlijker voor hen.

Moet de Heer nu niet daar, waar het geloof van de mensen tot een einde gekomen is, met bewijzen ingrijpen? Moet Hij niet duidelijk stemmen uit het hiernamaals laten spreken om dit geloof opnieuw te laten verrijzen? En jullie mensen begrijpen het buitengewone werken van de Heer niet en twijfelen er aan. De wegen van de Heer zijn wonderbaarlijk. Maar jullie zullen Zijn werken nooit volkomen kunnen begrijpen.

Jullie zullen ook de diepte van Zijn liefde nooit kunnen overzien. En wanneer Hij nu vanuit deze liefde de mensen mededelingen geeft en hen door Zijn woord naar Zich toe probeert te trekken, wanneer Hij degenen, die traag zijn vermaant en waarschuwt, degenen die lijden troost en verkwikt, de zwakken versterkt en krachtig maakt, en dit door Zijn woord, dat van boven komt, waarom willen jullie dit woord niet erkennen? Hij geeft toch aan de kinderen op de aarde, die Zijn wil proberen te vervullen en zich aan Hem overgeven om Hem in alle liefde en trouw te dienen, niets anders, dan Hij steeds vanaf het begin van de wereld gegeven heeft? De altijd dezelfde blijvende waarheid.

Het is zo geweldig en toch ook weer zo begrijpelijk. Het is Zijn eindeloze liefde, die deze weg kiest: ‘Aan degenen die Mij van ganser harte liefhebben, wil Ik Mij openbaren’. Willen jullie het de Heer van de hemel en de aarde ontzeggen, dat Hij Zijn beloftes vervult? Hij wil jullie steeds alleen maar geven, maar niet het geringste afnemen. En als jullie deze gave van boven goed beseffen, zullen jullie steeds gemakkelijker kunnen binnendringen in het woord van God. Alles zal voor jullie ontsloten worden, jullie zullen in het diepste geloof staan en leven, want spijs en drank zal jullie deel zijn, aangeboden door Zijn dienaren in de hemel en op aarde, door de wil van de Heer.

En jullie zullen aan de kracht, die uit dit woord stroomt, ook altijd de oorsprong herkennen. Want wat van God komt, laat jullie opleven en met een heldere geest de waarheid vinden. Wat Zijn liefde jullie biedt, moet weer liefde in jullie opwekken. Het moet jullie harten sneller doen slaan en doen ontvlammen in vurige liefde voor de goddelijke Heiland en Verlosser.

En merk daarom op, dat alles wat liefde in jullie harten teweegbrengt, van de eeuwige liefde uitgaat. Dat alles, wat op de Heiland als de bron van de liefde wijst, ook zijn oorsprong in Zijn liefdesgeest heeft. Want het vurig verlangen naar de Heiland is reeds Zijn liefdeswerk aan jullie. En dus ook het woord, dat het vurig verlangen naar Hem wekt, is voortgekomen uit de goddelijke Heiland. Aarzel daarom niet om het aan te nemen, zoals de zorgende Vaderhand het jullie aanbiedt. Het is aan de mensen op aarde, die van goede wil zijn, gegeven, want de geestelijke nood op aarde is groot en kan alleen maar opgeheven worden door de barmhartigheid en de nooit moe wordende liefde van de hemelse Vader.

Amen

Vertaald door Peter Schelling