Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0752

0752 Verklaring van de openbaringen – ‘Niet één steen zal op de andere blijven’

23 januari 1939: Boek 16

De wereld zal altijd alle geestelijke werken ontkennen, maar nochtans zal een zoeken een aanvang nemen en dat door middel van spirituele samenkomsten, hoewel men de waarheid van de zo ontvangen kennisgevingen in twijfel zal trekken. En daarom kiest de Heer deze vorm om de mensen Zijn wil bekend te maken.

Het is ongelofelijk moeilijk om bij de mensen gehoor te vinden, wanneer de vrije wil van de mensen onaangetast en de vrije beslissing aan hen overgelaten moet blijven. Want de tegenkrachten werken op dezelfde manier op het denken van de mensen in en proberen al hetgeen vernomen is als ongeloofwaardig voor te stellen, zodat een mens zonder innerlijke vroomheid, zonder de ongeremde overgave aan God, gemakkelijk het gevaar loopt om aan deze influisteringen gehoor te geven en dus de ontvangen kennisgevingen, het doorgegeven woord van God, in twijfel trekken.

En het zal daarom alleen maar mogelijk zijn om de zuiverste waarheid te geven, wanneer het opnamevat van de goddelijke waarheid, de ontvanger van de leringen van boven, zich geheel en al aan de wereldse bedrijvigheid onttrekt en bereid is om God te dienen. Wanneer hij met volledige wil de gaven in ontvangst neemt, met de oprechtste bedoeling om God en de naasten te dienen.

Dat zonder voordeel voor zichzelf, maar steeds alleen in overeenstemming met de innerlijke drang van het hart. Dan bereikt zo’n dienaar van God al op aarde de rijpheidsgraad die hem in staat stelt om de materie te doorbreken en geestelijk te schouwen, en zo de waarheid van alle openbaringen te herkennen.

En toch zal de wereldse mens afwijzend blijven vanwege de eenvoudige reden dat hij niet de bekwaamheid bezit om geestelijk te denken, maar alles alleen maar met wereldse ogen bekijkt, dientengevolge van de onmogelijkheid van een verbinding tussen de aarde en het hiernamaals overtuigd is. Hij kan een gebied, dat hij niet kent, niet beoordelen, en dus zal hij ook veel liever alles in het kader van dit onderwerp ontkennen.

Maar de tijd, waarvan geschreven staat, ‘niet één steen zal op de andere blijven’, komt steeds dichterbij, wat geestelijk betekent dat alle opvattingen door elkaar geschud moeten worden om onder de mensheid een nieuw vrij denken te vormen. Alle wijsheid, die de mensen vandaag de dag geloven te bezitten, zal ongegrond zijn, gelet op de boodschappen uit de hemel. En hoe meer aardse kennis de mensen belast, des te moeilijker zal de nieuwe leer te begrijpen zijn. Want alleen degene, die zich van tevoren van alle afvalstoffen van de wijsheid van de wereld gereinigd heeft, kan volkomen en onbegrensd ontvangen om alleen de leerstellingen vol wijsheid, die God in Zijn liefde en barmhartigheid aan de mensen geeft, in ontvangst te nemen.

Amen

Vertaald door Peter Schelling