Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0748

0748 Lichtverschijnselen

20 januari 1939: Boek 15

De Heer zal op het juiste moment in het wereldgebeuren ingrijpen. En weliswaar zullen van nu af aan over ongeveer veertig dagen in de wijde omtrek zichtbare hemelverschijnselen de aandacht trekken en alle aandacht zal naar deze verschijnselen uitgaan, omdat de stand van de zon er geen enkele verklaring voor kan geven.

Het is de mensen wel gegeven om te onderzoeken. Jullie zullen ook in staat zijn om veel op grond van de natuurwetten te verklaren, maar zodra buitengewone verschijnselen zo’n natuurlijke verklaring niet toelaten, staan de wijzen van de wereld voor een raadsel. En dit is de bedoeling van de goddelijke Schepper.

Waar alle menselijke verklaringen zwak zijn, daar beginnen dan de vragen, die op de eindeloosheid of een goddelijk wezen betrekking hebben. Jullie moeten er daarom acht op slaan, dat de goddelijke macht zich geenszins in een andere vorm uit, dan het voor de op aarde levende mens geestelijk bevorderlijk is. Ze moeten de leiding en almacht van God kunnen herkennen, als ze daar de wil maar toe hebben. Anderzijds moet voor hen ook de mogelijkheid overblijven om volkomen onverschillig ten opzichte van zulke verschijnselen te blijven, wanneer hun wil zich juist in alle verstoktheid niet tot het geestelijke inzicht laat leiden.

In directe samenhang met deze verschijnselen zal ook de temperatuur zo buitengewoon zijn, dat de mensen zich af zullen vragen wat de oorzaak van zulke opmerkelijke veranderingen is, en de simpelste oplossing, dat de algemene geestelijke achteruitgang van de mensen op aarde hier zelf de oorzaak van is, zal men niet vinden. Dat als gevolg van de uiterst sterke activiteit van de wezens in het hiernamaals, die in het licht staan en die zich, om de wezens op aarde bij te staan, in een enorm groot aantal in de nabijheid van de aarde ophouden, ook een verandering van de hele atmosfeer, welke de aarde omgeeft, veroorzaakt wordt. Want al het geestelijk rijpe zal zich in een grote overvloed van licht uiten, die echter merendeels voor de mensen verborgen moet blijven, om niet een gedwongen verandering van hun opvattingen te veroorzaken.

Maar als de Heer het nu om wijze redenen toelaat, dat de lichtwezens in alle helderheid zichtbaar worden, dan is dit zowel een daad van genade, uit liefde voor de aardse mensen, als ook een buitengewoon waarschuwingsteken voor al degenen, die het licht nodig hebben. Het licht van de waarheid en het inzicht.

Pas waar aan de wereldwijsheid grenzen gesteld wordt, waar de ‘wijzen’ voor een raadsel staan, daar verbindt men het zichtbare teken met piekeren. Men probeert achter een verklaring te komen en wanneer deze zowel aards als verstandsmatig niet gevonden wordt, laat men zich rustig naar het geestelijke rijk leiden en zoeken ze daar. En zalig degenen, die dan vinden. Om de genade van God en inzicht vragen en dan tot het juiste inzicht komen.

Als deze tekenen de wereld gaan verontrusten, dan weten jullie, dat de geestelijke wereld in de nabijheid van de aarde is. Zoek dan contact met deze geestelijke wereld, probeer jullie met je hele wilskracht aan deze geestelijke wereld over te laten en jullie zullen zichtbaar succes kunnen boeken met alle geestelijke arbeid en net zo succesrijk alle kwade machten kunnen trotseren, want als jullie je uit eigen wil aan deze machten, die merkbaar worden, overgeven, dan vullen ze jullie op grond van hun liefde met een onbeschrijflijk geestelijke drang tot werkzaamheid. Ze geven jullie de bekwaamheid om vooruit te kijken, want ze zijn de boden uit de hemel, door de Vader naar de aarde gestuurd. Ze zijn de krachten, die zich met de goeden van de aarde verenigen.

Laat jullie door deze kracht, die zegen voor jullie tot gevolg zal hebben, grijpen en herken, als zulke verschijnselen zichtbaar worden, het heersen van de liefde van God voor jullie mensenkinderen, Die jullie geloof daardoor wil opwekken of bevestigen. En let er op dat jullie zulke waarschuwingen niet aan jullie voorbij laten gaan, zonder daar notie van te nemen. Het is voor een ieder alleen tot zegen, als hij zich niet afsluit voor het werkzaam zijn van deze lichtwezens, maar met een open hart en een gewillig gemoed hun kracht, die voor de ziel en diens vooruitgang bevorderlijk is, in zich binnen laat stromen. Zie deze tijd, die niet ver meer weg is, verlangend tegemoet, opdat ze voor jullie een tijd van genade is.

Amen

Vertaald door Peter Schelling