Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0705

0705 Erfdeel van de Vader – Kindschap Gods – Lichtwezen

10 december 1938: Boek 15

Jullie zijn Mijn kinderen en dat moet voldoende voor jullie zijn om volgens Mijn wil te leven en in een juiste verhouding tot Mij te staan. Want Ik heb jullie uitverkozen om het erfdeel van de Vader te aanvaarden en net als Mij in Mijn rijk werkzaam te zijn om de wonderwerken van de schepping te vergroten. Als Ik jullie niets onthouden wil van wat in het hele heelal geschapen is, dan moeten jullie daaruit opmaken dat Mijn liefde voor jullie onbegrensd is, en dat deze liefde weer enkel en alleen het uitvloeisel van het Vaderhart is, dus dat jullie op de innigste manier met Mij verbonden moeten zijn.

En wat uit Mij komt, gaat de weg van de materie om volledig aan Mij gelijk te worden, want alleen in de overwinning op de materie ligt de gelijkheid aan God. Er mag geen atoom van liefde voor de wereld, van liefde voor dingen die door de macht van de tegenstander beheerst wordt, aan een wezen kleven dat aan Mij gelijk wil zijn. Het moet als volledig gereinigd lichtwezen aan Mijn zijde kunnen doen en laten wat het wil en altijd met Mij hetzelfde willen en in werking willen zetten.

En deze hoge, voor jullie zeer zaligmakende opdracht komt jullie allen toe, die Mijn kinderen zijn. Jullie kunnen nu nog niet begrijpen welke gelukzaligheden deze opdracht in zich bergt, want jullie geest is zich van de eindeloze draagwijdte van Mijn woorden nog niet goed bewust. Maar als jullie het vlees afgelegd hebben en met geestelijke zintuigen in het hiernamaals rondkijken, zullen jullie met een heilige ontzag aan Mijn woorden denken. Jullie zullen het begrijpen en zalig zijn en jullie zullen je met volle liefde naar de goddelijke Schepper toebuigen, Die jullie waardig gevonden heeft voor deze opdracht.

Maar het kindschap van God vereist geestelijke rijpheid om je permanent in de nabijheid van jullie Vader op te mogen houden. Alle pracht en volheid van licht kan een geestelijk wezen pas dan toekomen als het zelf een lichtwezen geworden is. Dat wil zeggen, de rijpheid bereikt heeft door voortdurende werken van liefde, zodat het als het ware ook zelf liefde geworden is en het Oerlicht, de hemelse Vader Zelf als Licht, mag naderen. Dan zal Mijn wil jullie, Mijn ware kinderen, vastgrijpen. Jullie zullen steeds hetzelfde willen en in de eeuwigheid onophoudelijk werkzaam zijn tot jullie eigen zaligheid en de verblijding van talloze levende wezens, die krachtens Mijn wil ook weer uit jullie voortkomen. En jullie zullen de Vader van het universum lof en dank toezingen tot in alle eeuwigheid.

Amen

Vertaald door Peter Schelling