Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0564

0564 Inzicht en onvermogen - Liefdeswerk zonder kennis van de waarde

1 september 1938: Boek 12

En jullie zullen onmetelijk rijk zijn aan ervaringen en jullie kennis zal zich uitstrekken over gebieden, die al het aardse verstand jullie niet kan onthullen. Want in de verbinding met de goddelijke Geest zijn jullie zelf werkzaam als geestelijke wezens. Tijdens het moment van opname is er geen enkele aardse materie die jullie hindert om geestelijke dingen uit geestelijke gebieden te ontvangen. En zo zullen jullie ook zelf in de geest werkzaam blijven, vooropgesteld dat jullie niet uit eigen schuld terugvallen.

Inzicht en onvermogen zijn twee factoren die in strijd zijn met elkaar. En toch kan een mens het volledige inzicht bereiken zonder in eigenlijke zin de gave te hebben iets wat buiten zijn kennis ligt, duidelijk te kunnen beoordelen. Een levendige voorstelling van de Geest van God kan de mensen nauwelijks gegeven worden. Toch zal de mens deze Geest van God in zich voelen, in zoverre hij slechts alles nakomt wat bevorderlijk is voor de opwekking van de innerlijke levensvonk.

Door zich gewelddadig los te rukken van het aardse, doorbreekt de Geest die in de mens sluimert, het omhulsel dat hem omgeeft en komt hij tot leven, dat wil zeggen: hij werkt nu zeer sterk in de mens. De gedachten enkel in het geestelijke gebied laten blijven, is het meest behulpzaam voor de ziel. Want nu stromen er onophoudelijk geestelijke krachten naar de ziel toe en ze laten de werkzaamheid van de geest steeds actiever worden. En een mensenkind dat zich aan elke opwelling overgeeft die hem nader tot de eeuwige Godheid voert, blijft onaangetast door de duistere macht. En het voltooit zijn loopbaan op aarde met het juiste resultaat: de ziel is een opnamevat geworden voor de goddelijke Geest en deze vereniging van de geest met de Geest van God is het einddoel van het leven op aarde.

Alle aardse ambities zijn als het ware doodlopende wegen voor de ziel. Voor de ziel komt er niet het minste goeds uit deze werkzaamheid voort. Alleen wat de liefde in de mens opwekt, kan van nut zijn voor de ziel. Het geloof aan de kracht van deze goede werken kan de aanleiding zijn voor een innerlijke verandering. Want als de mens deze werken beoefent, dan zal hem onbewust de kracht en genade toekomen om deze liefdeswerken voort te zetten. En dan heeft de ziel ook de aansluiting met de geestelijke wereld gevonden.

Wat ze zonder eigenlijke kennis van de waarde van dit liefdeswerk nu doet, staat genoteerd voor de eeuwigheid. En na een goede daad volgen er spoedig andere, want wie de liefde heeft, verliest haar nooit en die zal zichzelf ook zonder de kennis van geestelijke waarheden vormen. Alleen zal de mens die bewust naar een veredeling van zijn wezen streeft, aanzienlijk ijveriger aan zichzelf werken. Hij zal nota bene door bewust gebruik te maken van de goede geestelijke krachten een beduidende verlichting in het aardse leven gewaarworden, die zowel geestelijk als ook lichamelijk effect heeft.

Het aardse leven blijft voor elke mens een strijd, maar aangezien er door de eeuwige Godheid ondersteuning is toegestaan, zou deze ook naar vermogen gevraagd en benut moeten worden. Want de geestelijke wezens bekommeren zich voortaan om de ondersteuning van een biddende ziel. Degene die zonder enige geestelijke kennis door het aardse leven gaat, moet daarentegen een veel zwaardere strijd leveren en hij moet nu eenmaal een heel sterke liefdeskracht in zich opwekken om de ziel ook in het aardse leven de nodige hulp te kunnen geven.

En wanneer voor jullie mensen nu de weg geƫffend wordt opdat jullie gemakkelijk het hemelrijk verwerven, denk daar dan goed over na. En onderzoek en vraag jezelf af wat er dan wel de oorzaak van zou kunnen zijn dat de hemelse Vader jullie zorgzaam begeleidt en jullie voor mislukkingen en dwaalwegen wil behoeden. En herken daarin alleen maar Zijn oneindige Liefde die alle mensenkinderen omvat, en weet dat er aan deze Liefde nooit ofte nimmer een einde kan komen en dat ze eeuwig naar jullie, Zijn schepselen, uitgaat. Weet dat deze Liefde zonder onderbreking jullie ziel probeert te winnen, opdat ze de weg mag terugvinden naar Hem, de Vader van alle licht, de eeuwige Liefde Zelf.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte