Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0494

0494 Nabijheid van de Heer - Kinderlijk vertrouwen - Eenvoudige vorm

4 juli 1938: Boek 10

Je levensdagen gaan in regelmatige werkzaamheid voorbij, zodat je nooit hoeft te vrezen voor de zorg voor je lichamelijk welzijn. Want wat je nodig hebt voor het leven op aarde, zal je steeds gegeven worden. Maar in al je werkzaamheid mag je de Heer nooit vergeten. Wat rondom je is, zal vergaan, maar wat boven je is, blijft in eeuwigheid bestaan. En daarom moet, zolang je op aarde leeft, alleen het heil van de ziel belangrijk voor je zijn.

De Heiland is je steeds nabij. Probeer je daarom steeds voor Zijn nabijheid waardig te maken. Het is aan jullie mensen overgelaten de Heer vol vertrouwen te naderen of veraf te blijven staan. Maar degene die de nabijheid van de Heer zoekt, zal steeds in het voordeel zijn, want de Heiland neemt hem in alle Liefde aan. Hij verheugt zich over elk kind dat Hem zoekt en in kinderlijk vertrouwen tot Hem komt. En zonder aarzeling zal Hij dit kind aan Zijn hart drukken en zal Hij het deel laten hebben aan alle genaden en hemelse vreugden. Hij zal het alle wijsheid voorleggen. Hij zal het licht geven en met Zijn genadezon op hem schijnen en zijn hart op elke wijze vreugde schenken.

En elke goede daad die dit kind doet, legt getuigenis af van zijn goede wil. En waar de Heer de goede wil herkent, daar komt Hij met alle hulp en genade het mensenkind tegemoet en let Hij erop dat dit kind het Zijne blijft. Hij zal het een vergezicht geven waarbij zijn geest ver boven de aarde vertoeft en, hoewel het nog lichamelijk op de aarde verblijft, terugkeert naar de sferen van de eeuwige geestelijke wezens. Vandaar zal het hulp geboden worden, wanneer het mensenkind minder goed is opgewassen tegen de eisen die het geestelijke leven aan hem stelt. Want het is de taak van dit geestelijke leven elk aards wezen met uiterste kracht toe te bedelen, wanneer het eenmaal het besef van een eeuwige God gevonden heeft.

Als de Heer zichzelf uit, doet Hij dat steeds in de meest eenvoudige vorm. Want het mensenkind mag nooit geremd worden in zijn kinderlijk vertrouwen, zodat het met eenvoudige woorden de weg naar de Vader vindt als Zijn trouwste en meest toegenegen kind dat het meest in liefde gloeit. En dit kind zal dan rijk toebedeeld worden. Het zal nooit gebrek hoeven te lijden, noch lichamelijk noch met betrekking tot de ziel.

Het moet slechts van ganser harte naar de Vader verlangen. Het mag geen moeite schuwen en het moet elke ongerechtigheid op aarde geduldig en gelaten aannemen, zoals de Vader het over hem laat komen. Het moet inzien dat dit alles alleen maar nuttig is voor zijn zielenheil en dat het zodoende slechts een bewijs van liefde van de goddelijke Heiland is. Dan zal het zijn doel zeker bereiken. Het zal de Heer in zijn hart opnemen en Hem nooit verlaten en de Heer zal ook Zijn kind voor eeuwig nooit verlaten.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte