Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0453

0453 Zeldzame verschijnselen voor ongelovigen - Nood van de aarde

7 juni 1938: Boek 10

O, aanschouw de nood van de mensenkinderen! Het is maar voor weinigen duidelijk dat de Heer tot de zijnen komt en op geen enkele manier gaan de mensen de Heer tegemoet. Daarom wil Hij hen roepen en zich te kennen geven, maar ook hiervan willen ze niets weten. En daarom is de strijd om elke ziel niet gering. Als de Heer de zijnen oproept om voor Hem te strijden, dan is dit ook wel nodig.

De grote nood van de aarde kan alleen maar verminderd worden wanneer er een ijverige inspanning op gang komt en dit is wederom alleen mogelijk wanneer de Geest van God zichtbaar werkzaam is. Want het ongeloof van de mensen is zo groot, dat alleen geweldige tekens in staat zijn de aandacht van de mensen te trekken. Al het gewone kan hen niet meer van het huidige denken afbrengen. Alleen zeldzame, onverklaarbare verschijnselen zorgen ervoor dat ze opmerkzaam worden en beginnen na te denken over het belangrijkste probleem, over de eeuwige Godheid. Hoe ver de mensen zich verwijderd hebben van het juiste geloof, kan alleen Hij weten, die boven alles staat.

En aangezien de goddelijke Vaderliefde zich hierover ontfermt, grijpt ze in en schudt de mensen wakker. Weliswaar vaak tegen de wil van de mensheid, maar steeds tot haar heil, wanneer er maar de minste aandacht wordt geschonken aan de liefdevolle bedoeling van de hemelse Vader. De wenken die de mensen gegeven worden, zullen nooit in tegenspraak zijn met datgene wat de Heer van de zijnen verlangt. Er zullen bijvoorbeeld geen adviezen en aanwijzingen gegeven worden die tegen de goddelijke geboden indruisen, maar de wil van de Heer zal zich steeds uiten in elke kennisgeving, die wederom alleen bedoeld is om een verhelderende uitwerking te hebben op de twijfelaars en de ongelovigen.

Ook hier is het grootste gebod de liefde. Wie in liefde de medemensen op de goede weg probeert te leiden, blijft steeds enkel een uitvoerend werktuig van God. Hij doet als het ware alles wat de Vader Zelf zou doen, als Hij op aarde zichtbaar zou zijn onder de mensen. De Heer bedient zich echter van een dienaar in het vlees om de kloof tussen Hem en het mensenkind te overbruggen, om het vertrouwelijker te maken en om het ertoe te bewegen de waarheden aan te nemen en zich positief op te stellen tegenover al het goddelijke.

Het aardse leven is kort en vol smarten, maar zo vol van genade voor iedereen die maar naar deze genade verlangt. En de Heer heeft niets anders voor ogen dan dat de mensenkinderen deze genade niet afwijzen, maar er alleen graag de kracht uit willen putten om zich in de geest en door middel van al het doen en laten op aarde met de Heer te verbinden.

Wee degene die dit niet inziet en daarom zo onnoemelijk moet strijden hier op aarde en later in het hiernamaals. Maar nu zullen op aarde de bewijzen van de goddelijke genade zichtbaar verschijnen, opdat ook de opvattingen van de meest ongelovige zullen beginnen te wankelen, zodat ook hij zich met zulke gedachten zal bezighouden en alleen maar zijn hart hoeft te volgen dat hem nu de goede weg wijst. En hij zal bovenmate rijkelijk alle genaden en liefdesbewijzen van de Heer mogen ontvangen. Want het is Zijn wil al degenen die van goede wil zijn, te verkwikken en te bedenken. En daarom werkt Hij onophoudelijk met (en) door Zijn strijders op aarde.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte