Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0442

0442 Zon - Geestelijke zon - Goddelijke genadezon

31 mei 1938: Boek 9

Een zonnige lentemorgen zal de geest laten opleven en hem de juiste voeding geven. Want in de Heer wordt er voorspeld dat degene die in de goddelijke genadezon staat, de goddelijke stem zal vernemen. En zoals een zonnige dag het hart van de mensen verheugt, zo is de ziel uitermate gelukkig wanneer de genadezon van de goddelijke Liefde haar beschijnt.

Het is voor jullie een onverklaarbaar gebeuren dat de werkzaamheid van de zon zich met haar kracht niet steeds op dezelfde wijze uit. Af en toe beschijnt ze het aardse dal met licht en warmte en op andere momenten is er niets van haar kracht en schoonheid te merken. Dit is gebaseerd op het feit dat de aarde omhuld is met atmosferische lagen die de toegang van de zonnestralen tot de aarde verhinderen, respectievelijk haar lichtsterkte en warmte verminderen zodat de weldadige werking van de zonnestralen afgezwakt wordt en de aarde deze weinig gewaarwordt.

Precies zo is het ook gesteld met de geestelijke zon die in haar oerkracht in het hart van de mens zou willen binnendringen, die het zou willen doorstralen met licht en liefdeswarmte en die vaak vanwege de vele omhullende lagen waarin de ziel smacht, niet tot haar kan doordringen. Zoals nu de natuurmachten - onweer, regen, wind en storm - reinigend werken in de atmosfeer die de aarde omgeeft en de kracht van de zon op die manier kan doordringen, zo moet ook het menselijke hart, de ziel, alle afvalstoffen om en in haar verwijderen en de weg vrijmaken voor de goddelijke genadezon, om haar werking stimulerend en verkwikkend in de geest gewaar te worden.

De geestelijke zon ongehinderd toegang te verschaffen tot het hart is een opgave die in het leven goed beseft zou moeten worden. Want jullie mensen verlangen op aarde louter lichamelijk al naar zonneschijn. Hoe groot is dan wel het verlangen van de ziel naar de geestelijke zon die jullie wederom slechts toebedeeld kan worden wanneer de wil van de mens zelf meewerkt. Hoe wonderbaarlijk zal de ziel zich dan kunnen ontplooien en in welk een stralend licht zal ze staan. En hoe snel zal ze dan in staat zijn tot het ontvangen van de goddelijke Geest die slechts in een volledig gezuiverde en zonneklare ziel zijn intrek kan nemen. Het zonlicht met zijn kracht is in zijn uitwerking onvervangbaar en zo zal er ook niets in staat zijn om de kracht van de goddelijke genadezon te vervangen.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte