Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0403

0403 Goddelijke kracht - Daadkracht - Het juiste willen

7 mei 1938: Boek 9

Volg onze uiteenzettingen: De aarde met de haar omgevende atmosfeer schenkt het leven aan ontelbare wezens, slechts met de bedoeling dat ze voor hun ontwikkeling zorg kunnen dragen en er zich steeds meer op kunnen concentreren kracht in zich op te nemen. Deze kracht kan men dan als hoogtepunt beschouwen en men kan van hieruit voortdurend een vermogen tot verandering nastreven en bereiken.

Bedenk eenvoudigweg dit: het is de mens gegeven zich een buitengewone daadkracht toe te eigenen. Hij hoeft het alleen maar te willen en dan kan hij met behulp hiervan de wil omzetten in de daad. Als hij het er nu over eens wordt, als hij innerlijk bewust kan beslissen naar welk doel deze wil nu zal uitgaan, dan verkrijgt hij tegelijkertijd de bekwaamheid zich voor te bereiden voor de eeuwigheid. Want dan brengt hij zijn willen in overeenstemming met de hem toegewezen opgave en dan kan hij niet anders meer dan zijn opgave nakomen.

Voor dit leven op aarde is aan alle mensen dezelfde opgave gegeven: door de veredeling van hun ziel haar te bevrijden uit de huidige macht en haar dan voor te bereiden voor de opname van de goddelijke Geest. Hoe eerder deze verandering zich nu voltrekt, des te werkzamer zal de kracht van de goddelijkheid die alles verwekt, deze mensen beïnvloeden. Zo is het aan iedereen zelf in handen gegeven door een gerichte wil aan deze kracht deelachtig te worden. In dezelfde mate zal de boze invloed van de aarde afgezwakt worden.

De ziel verwijdert zich als het ware uit de sfeer van de wereld die haar in boeien houdt. Ze verenigt zich in hogere sferen met geestelijke wezens die nuttig voor haar zijn en haar ondersteunen en ontworstelt zich zo aan de macht van de duisternis. Op die manier heeft het juiste willen een hervorming teweeggebracht die zich volledig in de ordening van God invoegt. Elke werkzaamheid die zich in dit stadium voltrekt, is nu bedoeld voor de vooruitgang van de ziel. En zodoende blijft de mogelijkheid bestaan dat de verdere ontwikkeling van de ziel zich zo voltrekt dat ze haar doel volledig nakomt en ze de opgave op aarde vervult: dat ze een omhulsel heeft aangenomen dat van afvalstoffen gereinigd is en dat het hoogste en heiligste mag bergen: de Geest van God.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte