Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0388

0388 Het geweten

25 april 1938: Boek 9

Het geweten is de juiste wegwijzer naar het eeuwige leven. En wie ernaar luistert hoe zijn innerlijke stem hem vermaant en onderwijst, zal niet hoeven te vrezen verkeerd te gaan. En wanneer één van de kinderen de weg kwijtraakt, dan heeft het allicht niet gelet op hetgeen de Vader door de stem van het hart geëist heeft. En dit is er de enige verklaring voor wanneer de roep van het geweten steeds zwakker en zwakker wordt en tenslotte elke waarschuwing in de mens verstikt wordt. Dan heeft de mens het aan zichzelf toe te schrijven, wanneer het voor hem zo moeilijk wordt om de geboden van God na te komen. Want zijn onverschilligheid tegenover de innerlijke stem trok hem van de juiste weg af.

Het lichamelijke oor van de mens nam liever al het andere op. Het wilde geen vermaningen en geen waarschuwingen horen, die hem van binnenuit, uit het hart toekwamen. En zo werd deze stem langzaam zwakker om uiteindelijk volledig te zwijgen, omdat de roep van de wereld deze innerlijke stem overstemde en veel liever gevolgd werd.

Als er een waarschuwing ongehoord aan het hart en het oor van de mensen voorbij gaat, dan zal er ook geen enkele verontschuldiging te vinden zijn. En de mens die niet volbrengt wat de innerlijke stem hem voorschrijft, zal zo ook in het duister moeten wandelen. God de Heer heeft de mens zo geschapen, dat hij onderscheid kan maken, indien hij het wil. Voor dit doel heeft Hij hem een voortdurende controle over zichzelf gegeven in de stem van zijn geweten. Als hij deze stem hoort, dan zal hem zeer spoedig duidelijk zijn voor welk nut en doel zijn leven bedoeld is.

En als hij nu gewetensvol deze stem volgt, zal hij ook tot inzicht komen. Ze zal hem steeds sturen en de mens heeft geen andere wegwijzer nodig, zolang hij niet tegen deze innerlijke stem vecht, maar haar als permanente vermaning van de Heer beschouwt. En hoe doelmatig heeft de Heer jullie geschapen dat jullie je zelf moeten vormen en Hij daarvoor een permanente begeleider gaf en er op die manier niemand van jullie zonder het bewijs van Zijn gunst bleef. Dat wil zeggen dat elk van jullie mensenkinderen deze innerlijke stem zeer goed verstaat en bijgevolg niet als uitvlucht kan zeggen zonder waarschuwing of vermaning gebleven te zijn.

Jullie kunnen allemaal denken. En zouden jullie dan niet allemaal in je hart moeten voelen wat juist en wat onjuist is? En zullen jullie niet naar vermogen proberen steeds te doen wat juist is? Wanneer jullie voortdurend vermaand worden, dan moeten jullie de hemelse Vader dankbaar moeten zijn die elk kind door de stem van het geweten Zijn wil bekendmaakt, hoewel het door zeer weinigen op een juiste manier herkend wordt. Hij spreekt met ieder van jullie afzonderlijk en zo begint het werken van de Godheid aan jullie mensen vanaf het begin van het vrije denken. De vrije wil wordt door de stem van het geweten niet geremd, want jullie kunnen haar aannemen, maar jullie kunnen haar ook niet horen. Maar dan zullen jullie de fijne opwellingen die jullie met al het geestelijke verbinden, verstikken en jullie strijd op aarde zal veel moeilijker zijn.

Wie vol liefde voor de Heiland buigt, die zal in de stem van het geweten de liefdevolle woorden van de Heiland vernemen en hij zal al Zijn verlangens vreugdevol nakomen. En zo zal de stem van het geweten voor hem de ware steunpilaar zijn voor al het geestelijke denken en beleven. Want wie aandachtig naar deze stem luistert, diens geest en hart zal steeds meer verlicht worden. En het zal hem nooit meer aan kracht ontbreken om de poort naar de eeuwige zaligheid te ontsluiten. Want hij handelt dan helemaal zoals de innerlijke stem, die de stem van God is, het hem voorschrijft.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte