Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0371

0371 Antroposofen - Gedicht

8 april 1938: Boek 8

Zacht klinken de woorden van de Heiland in je oor. Word zoals kinderen en Ik wil jullie Mijn zegen geven. En als jullie geloof schenken aan Mijn woorden, zal de kracht jullie nooit meer ontbreken. Wijs alles af wat jullie geloof aan het wankelen zou kunnen brengen. Want alleen waar het licht schijnt dat uit de ware deemoed geboren is, daar zal ook Mijn geest ingang vinden, maar niet in grotten die met stenen muren omgeven zijn. Dat zijn de harten die hun hele wijsheid putten uit een kunstmatig geconstrueerd en moeizaam samengebracht menselijk bouwwerk, uit eindeloos vele geschriften van mensen die wel de waarheid zoeken, maar afkerig zijn van het kinderlijke geloof.

Ze creƫerden een leer die God als een wezen voorstelt dat buitengewoon moeilijk te bereiken en moeizaam te verwerven is. Ze leven in het geloof dat het in de wereld steeds alleen maar voor die mens is voorbestemd om de waarheid en het inzicht te naderen, die zich zelf door lang moeizaam geestelijk, dat wil zeggen verstandelijk werk een weten eigen maakt dat wederom op dezelfde wijze verworven werd, maar nooit het zuivere liefdeswerk, de deemoed en de onvoorwaardelijke overgave aan de wil van God als grondslag heeft. Alleen hierop kan een waar weten opgebouwd en verworven worden. Al het andere dat zijn oorsprong ook in een gelijksoortige manier van werken heeft, voert immers met de tijd van de eigenlijke waarheid af en ten slotte komt daar een bouwwerk uit voort dat niet meer is, wat met Mijn leer overeenkomt.

Ontvlucht alles wat in tijden van geestelijke arrogantie ontstaat. Dit kan nooit ofte nimmer met de volle waarheid overeenstemmen. Jullie zullen het Woord van God slechts daar zuiver in ontvangst nemen waar jullie de leiding van jullie Geest volledig aan de Heer overlaten. Jullie zullen wel worstelen, onophoudelijk worstelen, maar niet om louter verstandelijke kennis, maar veeleer om de voltooiing van jullie zelf, om de voltooiing van jullie ziel, die jullie enkel kunnen bereiken, wanneer jullie je inspannen eerst je hart te ontwikkelen door je te oefenen in de liefde, de deemoed en de zachtmoedigheid en wanneer jullie niet in de laatste plaats de genade van de Heer afsmeken en in dank aannemen.

Want zonder deze genade is jullie worstelen vergeefs. Jullie zijn dan gelijk aan een koude, levenloze massa die de levenwekkende adem van de goddelijke genade niet voelt en die zonder deze niet tot het levenswarme uitrijpen van zichzelf kan komen. Jullie bergen wel een bepaalde geest, maar die kan jullie niet het ware leven overdragen, dat de Heer alleen belooft aan degenen die in Hem blijven. Daarom is er geen enkel gevaar zo groot als dat van de arrogantie. Want ze sluit alles uit wat voorwaarde is voor de enige ware kennis. En het worstelen van deze zielen zal zo lang vergeefs zijn, totdat ook zij zich meer en meer aan de goddelijke genade overgeven, totdat ze de dode weg herkend hebben die hun zielen gegaan zijn.

Het ware licht, het ware leven, wordt alleen maar aan diegene gegeven,

Die als kind de weg naar de Vader vindt,

Die alleen maar overwint wat hem tegenstand biedt.

Maar jullie allen die zonder Gods genadebron zoeken, zullen het doel niet bereiken.

Jullie geest zal pas dan licht en helder zijn, wanneer deze wereld zich voor jullie ziel ontsluit,

Wanneer jullie geheel als kinderen om de genade van de Vader vragen.

Dan herkennen jullie de Geest van de Liefde die jullie leidt

En jullie zullen Hem eeuwig loven, die deze lof toekomt.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte