Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0238

0238 Wezens uit het hiernamaals - Hulp vragen

26 december 1937: Boek 5/6

In de naam van de Vader groeten we je en delen we je mee in overeenstemming met Zijn wil. Alle wezens die graag verbinding met je willen hebben, verzamelen zich rond jou. Zo heeft de Heer besloten hen te laten deelnemen om hun verlangen in te willigen, want het is het feest van de Liefde.

Het is toegestaan aan het volgende wezen zich van je kracht te bedienen en zich via jou te uiten. Tot jou spreekt een oude vader, zijn geest vertoeft reeds lang bij jou. Hij drukt je dringend op het hart om zijn zoon niet te vergeten die in je nabijheid vertoefde, maar nu ook zijn aardse loopbaan moest beëindigen. Hij gaat bij je in en uit en volgt je streven, maar kan niet vatten waarom hij zich niet met je kan verbinden. In zijn tijd op aarde wilde hij zich niet laten onderwijzen en hij dacht niet aan het uur van de dood. Nu heeft de Heer hem weggeroepen, maar zijn geest verblijft nog voortdurend in de buurt van de aarde. Hij realiseert zich nog niet wat zijn opgave in het hiernamaals is. Zijn vader maakt zich bezorgd om hem en vraagt je voor hem te bidden. Doe dit voor hem.

En nu komt er weer iemand naar je toe die je al wilde spreken en die zijn naam niet aan jou meedeelde. Er zijn zo veel wezens hier, je roept ze door je gedachten tot jou, maar probeer je aan ons over te geven en slechts op te nemen wat wij je geven.

Let op: Deze persoon neemt actief deel aan je arbeid en zo wil hij je graag weer verzekeren dat je daardoor veel mensen kunt helpen. Hij richt zich tot jou en blijft steeds in je buurt, zodat je het plotseling zult gewaarworden wanneer hij zich in je gedachten dringt. Hij voelt zich thuis in jouw omgeving want er zijn allemaal wezens die hij liefheeft. Hij zou zich graag aan jullie allen te kennen willen geven, maar tot zijn verdriet kan hij zich niet verstaanbaar maken. Maar wanneer jullie gedachten bij hem zullen vertoeven, zal hij ook proberen zich voor jullie waarneembaar te maken als de Vader hem daarvoor de kracht toebedeelt. Vandaag wil hij je alleen maar groeten en je gebed vragen.

Maar één iemand wil nu zelf tot je spreken en dat willen we hem toestaan. “Lieve vriendin, al je inspanningen zijn een troost voor ons en geven ons hoop. Want we hebben de liefde van de mensen op aarde nodig, aangezien we tijdens het aardse leven verzuimd hebben ons met de Heer te verbinden. Oh, hoe verkeerd was ons leven op aarde! Nu is onze strijd zwaar en we zijn jullie zo dankbaar: jullie geven ons door jullie lieve gedachten, door jullie gebed toch zo veel hulp. We zijn op jullie liefde aangewezen en daarom zijn we steeds in je omgeving, want de Vader laat deze genade toe, en we mogen deelnemen aan je arbeid.

De hemelse Vader zij dank, want aan jouw arbeid herkennen we nu onze opgave en we wijden ons er met grote ijver aan, aangespoord door je geestelijke werkzaamheid, door je worstelen en werken en gesterkt door je gebed waarin je ons gedenkt. Het is een zegen voor ons allen die je omgeven, want zo hebben ook wij een inkijk genomen in de werkzaamheden van de hogere geestelijke wezens die ons allen met zoveel liefde tegemoetkomen. En we mogen elke verbinding met jou bijwonen om daaruit zelf te kunnen leren hoe ook wij onze arbeid in het hiernamaals moeten uitvoeren om steeds hoger te geraken.”

Nu zul je nog vernemen wat je vreugde brengt: het is aan alle wezens hier in het hiernamaals opgedragen je bij te staan. Daarom laten we je niet in zielennood, wij die in staat zijn je te helpen. En steeds zal rondom jou een schare zijn van hen die op aarde een nauwe band met je hadden en ook vandaag nog graag bij je vertoeven, wanneer het erom gaat je bescherming te bieden tegen alle gevaren die je ziel bedreigen. Denk daarom steeds in liefde aan al de jouwen die je zijn voorgegaan en nu voortdurend rondom je zijn en Gods zegen voor je afsmeken om later voor eeuwig met je verbonden te zijn. Schenk hun ook jouw gebed, want de ene moet steeds in liefde voor de andere zorgen.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte