Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0226

0226 Buitengewone begaafdheid - Christelijke leer veranderd in aardse

14 december 1937: Boek 5/6

Bid tot de Vader: “Blijf altijd bij mij” en Hij zal je steeds beschermen tegen gevaren die je ziel zouden kunnen bedreigen. Je houding tegenover God is steeds bepalend voor jou. Afhankelijk van deze houding zul je elke strijd van de ziel doorstaan of verliezen. Waar je God om hulp smeekt, ben je verzekerd van de zege. Er is steeds maar één ding nodig: dat je hart zich deemoedig schikt naar de goddelijke wil. Daarboven in het eeuwige vaderland geldt de wet dat allen hun Heer en Schepper onderdanig moeten zijn en als je dit in acht neemt, dan volgt al het andere vanzelf.

Vanuit het respect voor de wil van God ontstaat in elke mens het gevoel van zijn eigen nietigheid. Dit is een teken van het beginnend inzicht en dan moet ieder zijn best doen om voortaan slechts naar het gebod van de Heer te luisteren.

Zie, mijn kind, als je al het werkzaam zijn van de mensen bekijkt zonder de geringste beoordeling van de persoonlijke waarde ervan, dan zal je zeer snel duidelijk worden dat zij de onderschikking aan hogere wetten volledig scheiden van wat ze geloven zelf voort te brengen. Ze denken er niet aan dat ze op geen enkele wijze in staat zijn daar eigenmachtig te handelen, waar het tegen de wil van de Heer in zou gaan. Buitengewone begaafdheid vereist buitengewone voorwaarden aangaande de goddelijkheid. En als zo een mens een eenvoudige oplossing op de vraag omtrent de eeuwigheid tegenkomt, dan wijst hij die al af, omdat hij niet in staat was de diepte van de goddelijke waarheden te vatten en omdat hij geen begrip wil opbrengen voor het dagelijkse streven naar vervolmaking van de ziel. Lief kind, plaats de woorden zo dat je de betekenis ervan duidelijk is. Geef hen de betekenis in omgekeerde volgorde. Wanneer je eerst dieper doordringt in de goddelijke leringen, dan zal het je duidelijk worden.

Maar luister vandaag: de tegenstander predikt voortdurend het geestelijke verval van onze leringen, de leer van Christus. Elk woord dat de Heiland jullie gaf, moet veranderd worden in puur aardse vermaningen die slechts op de levensduur van de mens berekend zijn. En men wil het woord voor woord als mensenwerk bestempelen, zij het ook als werk van een zedelijk hoogstaande mens.

Maar nooit ofte nimmer zou een mens zoiets teweeg gebracht hebben, wat de Heiland in Zijn goddelijke liefde voor de mensheid heeft gedaan. En Zijn goddelijke woorden zouden geen duizenden jaren voor de mensen bewaard gebleven zijn, als het slechts mensenwerk en mensenwoorden zou zijn. Zo hebben we vandaag de verklaring voor alles wat tegen dit Woord wil opstaan. Dit alles is mensenwerk, ondersteund door de macht van de tegenstander, ter vernietiging van de zuiver goddelijke nalatenschap die de Heer de zijnen tot zegen gegeven heeft. En als de mens nu zonder erbarmen aan deze heerschappij van de boze overgeleverd zou zijn, dan zou het Woord Gods vernietigd worden.

Maar God laat zoiets nooit toe! Steeds weer zal Zijn Woord al het andere overleven en welke dwaalleren vandaag ook ontstaan, ze zullen net zo vergaan als alles wat niet van goddelijke oorsprong is. Want de Heer houdt beschermend Zijn hand boven de mensheid en zorgt ervoor dat de leringen van God dieper in het hart doordringen waar men ze wil ontvangen. Daarom zal de wereld met alle macht niet kunnen vernietigen wat de Heer liet ontstaan. Veeleer zal het opnieuw verrijzen tot Zijn eer en tot heil van de mensen.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte