Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0214

0214 Onderwerpen aan de wil van de Hoogste

4 december 1937: Boek 5/6

Mijn lief kind, de wil van de Heer is heilig, groot en machtig en allen moeten zich voor Hem buigen. Zich bewust van Zijn macht, verbergt de mens zijn aangezicht voor de Schepper van hemel en aarde. En slechts de onrijpheid van de ziel, verblinding en arrogantie laat de mens hoogmoedig worden. Zorg voor jullie geest dat jullie je realiseren hoe klein jullie zijn ten overstaan van de Heer. Laat geen gedachten opkomen die jullie van de Vader scheiden, maar doe moeite tot Hem te komen. En daar hebben jullie het gebed voor nodig.

Er volgen zware dagen voor degene wiens geest niet in staat is zich te onderwerpen aan de goddelijkheid. Wanneer alle aanwijzingen in het menselijke bestaan niet volstaan om de mensen te overtuigen van een leidende Vaderhand, dan moet de strengheid van de Vader ingrijpen opdat niemand van Zijn kinderen verloren gaat in verblind denken. Het is echter nuttig voor jullie allemaal als jullie de leringen van jullie Vader aannemen. Want er is niemand onder jullie die zonder inzicht de eeuwige vrede binnen zou kunnen gaan. En om tot inzicht te komen heb Ik jullie steeds nieuwe verwijzingen naar goddelijke werkzaamheid gezonden. En wanneer jullie slechts jullie ogen en oren openstellen voor alles wat er rondom jullie gebeurt, moeten jullie beseffen dat de liefde van de Vader voortdurend bezorgd is over jullie en dat er onafgebroken om jullie zielen gevochten wordt.

Waartoe zou alle leven rondom en in jullie dienen als het niet aan een goddelijk doel zou beantwoorden? Bestaat er iets in jullie bestaan dat niet getuigt van Zijn wil? En wanneer meteen de gedachte in jullie opkomt dat Gods schepping een werk zou zijn van zich wetmatig voltrekkende werken der natuur, dan drukken jullie hetzelfde uit met andere woorden. Alles wat ontstaan is, alles wat geworden is, is geschapen door een Macht, die over hemel en aarde regeert. En jullie zijn allemaal ondergeschikt aan deze Macht en geen enkele menselijke wil kan zich afzonderen, al is hij nog zo sterk. Ook hij is onderworpen aan de ene wil, de wil van de Hoogste.

Probeer toch goed te beseffen dat jullie aan God toebehoren, dat jullie een deeltje zijn van deze goddelijkheid, voor zover jullie streven een aanvang neemt en jullie je tot God bekennen. Dan zal niemand van jullie daar weerstand tegen bieden. Dan zullen jullie ook allemaal één willen zijn met jullie hemelse Vader. En jullie zullen Zijn genade willen ontvangen en zullen je verlangend wenden tot Diegene die jullie geschapen heeft en jullie bestemd heeft eens de kroon des levens te dragen.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte