Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/9010

9010 Het inzien en bekennen van de schuld

7 juli 1965: Boek 94

Ook is het van beslissende betekenis voor u mensen, dat u uw schuld inziet en bekent om er vrij van te kunnen worden door Jezus Christus, de goddelijke Verlosser, die daarom voor u aan het kruis is gestorven. Want het bekennen van dat waar u schuldig aan bent geworden, moet aan de wil voorafgaan u daarvan te laten verlossen, omdat u dan bewust de terugkeer in uw vaderhuis nastreeft.

Eens zult u het onrecht moeten inzien dat u eertijds tegen God Zelf zondigde en er dan ook ernstig naar verlangen dat u vrij wordt van die grote schuld die aan uw bestaan als mens op aarde ten grondslag ligt. En wanneer u nu bewust deze schuld onder het kruis draagt, dan zal ze u vergeven zijn en ook alle schuld die u op aarde beging toen u nog onwetend was, wat de goddelijke Verlosser voor de mensheid betekent.

Maar het louter bekennen met de mond is niet voldoende. Slechts een vormgeloof in Hem voldoet niet. U zult zich er heel goed bewust van moeten zijn wat de Mens Jezus voor u heeft gedaan, dat Hij geleden heeft en gestorven is voor u, voor uw zondeschuld, om God het zoenoffer aan te bieden, zonder welk u nooit in het rijk van het licht zou hebben kunnen binnengaan. Dat is pas een levend geloof en alleen dit wordt gewaardeerd door God, uw Vader van eeuwigheid. Want pas dan ziet u ook uw vroegere schuld in en u bekent nu ook zelf schuldig te zijn en vraagt om vergeving.

Dat alleen is de taak die u op aarde zult moeten vervullen, maar die u pas dan zult vervullen, wanneer de liefde zich van u meester heeft gemaakt. Want een geheel liefdeloos mens houdt zich niet met zulke gedachten bezig. Hij kan niet geloven en daarom zal zijn leven ook tevergeefs zijn. Hij vervult het eigenlijke doel niet, zich weer te veranderen in dat wat hij was in het allereerste begin. Want zijn oerschuld drukt op hem, wanneer hij overgaat naar het rijk hierna. En hij kan er niet van worden bevrijd; niet voordat hij de weg naar Jezus Christus vindt, die weliswaar ook hem hierboven tegemoet treedt, maar die zijn wil de vrijheid laat of hij Hem aanneemt of niet.

Daarom wordt u daar voortdurend opheldering over geschonken, doch maar zelden zijn er open harten en oren te vinden die voor dat licht dankbaar zijn. Maar het merendeel der mensen is zich van geen kwaad bewust. Ze onderzoeken de reden van hun bestaan niet en leven in zorgeloosheid verder, alleen dat begerend wat hun aardse lichaam welbehagen verschaft. Ze hebben geen diepere gedachten, noch leven ze uit eigen aandrang in de liefde, daar ze anders zeker ook langzaam tot het juiste inzicht zouden komen.

En de tijd vliegt. Hij wordt steeds korter, want het einde is nabij. Er is nog slechts een steeds kleiner wordend deel dat door God Zelf opmerkzaam kan worden gemaakt op de betekenis van het verlossingswerk, want het is juist het verlossingswerk dat bijna in de hele wereld wordt bestreden. En zelfs waar hiervan blijk wordt gegeven, is meestal alleen maar het vormgeloof blijven bestaan, dat echter aan “levend zijn” te wensen overlaat. Er wordt wel van een verlossing door Hem gesproken, maar er wordt weinig gebruik van gemaakt door bewust inzien en bekennen van schuld, terwijl dit pas de verlossing tot gevolg heeft.

De mensen weten allen niet dat ze zelf hun wil moeten gebruiken. Ze geloven dat alleen het bekennen met de mond nodig is om vergeving van hun schuld te verkrijgen. Maar God kan hier geen waarde aan hechten, veeleer moet de mens zich ten volle bewust in vrije wil aan de goddelijke Verlosser overgeven. Dan pas kan het verlossingswerk uitwerking op hem hebben. Maar zolang de mensen alleen met de oren een weten in ontvangst nemen, maar hun hart er niet bij betrokken is, kunnen ze niet op een verlossing van hun oerschuld rekenen.

Daarom zal steeds de arbeid gezegend zijn van hen die proberen duidelijk op de medemensen in te werken, die vóór alles de mensen aansporen tot liefde, om het grote werk van de verlossing te kunnen begrijpen. En al diegenen zullen verlost worden van hun schuld, die nu ook in staat zijn levend te geloven, aan wie de liefde een licht geeft dat nu steeds helderder zal oplichten, omdat ze verlossing hebben gevonden van hun grote schuld. Maar het moet alle mensen duidelijk zijn, dat er zonder Jezus Christus geen weg is naar God, daar er maar Een deze grote schuld teniet kan doen, die echter nu bewust wil worden aangeroepen om vergeving, om dan ook onbeperkt gelukzaligheid uit te kunnen delen, want God en Jezus Christus is Een.

En juist hierin ligt het grote geheim, dat u God weer erkent in Jezus Christus, die u vroeger uw erkenning had geweigerd, waardoor u in de diepte viel. Dat was uw grote zonde, die u schuldig liet worden en die Jezus Christus voor u teniet heeft gedaan.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte