Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/8246

8246 Missie van de Lichtwezens Het wekken van de Geest GOD's Het Verlossingswerk van JEZUS CHRISTUS

20 augustus 1962: Boek 87

Wanneer u het weten over JEZUS CHRISTUS en Zijn Verlossingswerk wordt gebracht, wanneer u de geestelijke missie van de mens JEZUS wordt verklaard, dan moet steeds Mijn GEEST in u werkzaam zijn, het doet er niet toe of u dit weten rechtstreeks van MIJ ontvangt of het aanneemt van Mijn boden. Want eerst de GEEST zal u het begrip daarvoor ontsluiten, en alleen door de GEEST kan zo'n onderrichting u toekomen van boven.

Dit weten is het voornaamste, want u zult kennis moeten nemen van het grote werk van erbarming, dat terwille van uw oerzonde voor u werd volbracht, en u zult opheldering moeten verkrijgen over de geestelijke samenhang, over de geestelijke missie van de mens JEZUS, omdat u tot HEM zult moeten roepen, omdat u uw zondenschuld tot onder Zijn kruis zult moeten dragen, omdat u HEM zult moeten erkennen als Verlosser van de wereld.

En dit weten over JEZUS CHRISTUS zal waarlijk van MIJ uitgaan, want Mijn tegenstander is ingespannen bezig, juist het geloof in JEZUS als goddelijke Verlosser de mensen te ontnemen en hij zal daarom nooit getuigen dat "JEZUS CHRISTUS in het vlees is gekomen". En daaraan herkent u dus de goddelijke GEEST, DIE steeds werkzaam is wanneer u met de waarheid bekend wordt gemaakt, wanneer het weten over JEZUS CHRISTUS en Zijn Verlossingswerk u wordt voorgehouden. En Mijn GEEST werkt ook daar waar de mensen nog in het duister verkeren, als er zich maar een opnamevat laat vinden waarin HIJ Zich kan uitstorten.

U, mensen zult er wel veel aan kunnen bijdragen uw medemensen opheldering te verschaffen die nog geheel blind van geest rondgaan, en u zult waarlijk gezegende arbeid verrichten, omdat alle mensen verlossing moeten vinden door HEM, omdat alle mensen hun schuld tot onder het kruis van CHRISTUS moeten dragen. Maar IK zal ook door Mijn GEEST werkzaam zijn, want overal zullen er mensen zijn die een leven in liefde leiden, die verlangen hebben naar de waarheid, naar een diep weten en die IK door Mijn GEEST daar nu ook vertrouwd mee kan maken. Alleen moet de bereidwilligheid aanwezig zijn opheldering aan te nemen, daar anders Mijn GEEST niet zodanig kan werken dat HIJ een mens van binnenuit onderricht.

Daarom zijn er ook in de tijd van het einde veel Lichtwezens op aarde belichaamd, die het mogelijk maken dat het toezenden van Mijn Woord van boven kan plaatsvinden, die nu ook het weten over JEZUS CHRISTUS kunnen overbrengen aan diegenen die nog volledig onwetend zijn en er daarom ook het gevaar bestaat, dat hun ziel geen verlossing vindt in hun aardse leven.

Het weten dat van mens tot mens wordt overgedragen, blijft meestal niet zuiver bewaard en daarom is het steeds weer nodig, dat door het werkzaam zijn van de GEEST de zuivere waarheid naar de mensen wordt gebracht. Maar de liefde en het geloof zijn erg gebrekkig, en daarom bevinden de mensen zich ook in geestelijke duisternis.

Maar komt er van boven een Lichtwezen naar de aarde vanwege een missie die verlossing moet brengen, dan neemt het ook een graad van liefde mee die voortdurend verbinding zoekt met de Oorsprong van de LIEFDE, met MIJ, en het tracht zijn graad van liefde te verhogen. En dus is het MIJ ook mogelijk, zijn Geest aan te spreken en het Lichtwezen zal luisteren naar zijn Geest en MIJ dus als tussenpersoon dienen, zodat IK de mensen opheldering kan geven over de missie van de mens JEZUS, over de schuld van de oerzonde en over de verlossing van deze schuld.

Doch alleen een weten dat volgens de waarheid is, is bevorderlijk voor de mensen, daar ze er anders afwijzend tegenover staan en de gang naar het kruis niet gaan en dan ook het lichtrijk niet binnen kunnen gaan, omdat de verlossing door JEZUS CHRISTUS daar voorwaarde voor is. Geen mens kan de gang naar het kruis bespaard blijven, daar hij anders belast met de oerschuld overgaat in het rijk hierna, waar hij weliswaar ook nog de weg naar JEZUS CHRISTUS kan vinden, maar nooit de graad bereikt die hij op aarde zou hebben kunnen bereiken door het Verlossingswerk, door de rijke schat aan genaden die hem ter beschikking staat en die dan ook het bereiken van zijn doel op aarde verzekert: dat hij geheel vrij van schuld zich verenigt met MIJ, DIE in JEZUS CHRISTUS Zelf het Verlossingswerk voor de mensheid volbracht.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte