Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/6266

6266 Geen voorbede is vergeefs voor zielen in het hiernamaals

26 mei 1955: Boek 67

U allen zult ondervinden dat mijn liefde voor u onbegrensd is en dat Ik daarom niemand aan zijn zelfgekozen lot overlaat. Integendeel, Ik kom allen te hulp, hetzij op aarde of ook in het rijk hierna. Ik trek Me het lot van iedere ziel aan die u bij Mij aanbeveelt, voor welke u bidt, die u zult willen helpen in geestelijke nood. Ik help waar er maar om mijn hulp wordt gevraagd, omdat Ik u allen liefheb.

Maar dat zal u pas begrijpelijk zijn, als u het geestelijke rijk binnengaat en u alle zielen tegemoet komen die uw gebed heeft bevrijd uit hun nood.

Dan pas zult u weten dat Ik elke roep van u heb gehoord en dat geen verzoek tevergeefs tot Mij was gericht.

Maar u zult het ook op aarde al uit mijn mond moeten vernemen. Ik wil het u zelf zeggen, dat u iedere ziel zult kunnen helpen die u liefde schenkt.

En Ik wil het u zeggen, omdat er buitengewoon veel van afhangt, omdat al deze zielen slechts een kleine liefdesstraal van u hoeven te zien om zich tot u te wenden, wat dan al het begin van de verlossing betekent, omdat ze bij u ontvangen wat ze nodig hebben om verder vooruit te gaan. Als u zou weten welk doeltreffend middel u ter beschikking staat, dan zou u geen andere gedachten meer hebben dan zielen te redden uit de duisternis. En ze zijn u er allen dankbaar voor en ze omringen u voortdurend, zodat u nooit een geestelijke taak verricht zonder hun aanwezigheid. En de uitwerking ervan zult u zich niet kunnen voorstellen, want een enkele lichtstraal ontbrandt weer en maakt talloze verdere zielen ontvankelijk voor mijn woord.

Daarom alleen al stuur Ik het omlaag, naar de aarde, omdat van niets anders de uitwerking reikt tot in het rijk hierna en omdat het ook op de zielen uit de diepte een transformerende invloed heeft.

Ik geef, maar Ik ontvang heel wat meer terug. Mijn schepselen die zich ver van Mij verwijderd hielden, vinden weer de weg naar Mij. Ze voelen uw liefde als kracht en richten zich nu vrijwillig op Mij, omdat hun hart week en volgzaam wordt door uw liefde. En ter wille van uw liefde kan nu ook mijn liefde zich tegenover deze zielen uiten. Ik kan ze van kracht voorzien, die ze weer gebruiken om in liefde werkzaam te zijn voor zielen die zich nog in de duisternis bevinden.

Het verlossingswerk dat nu voor die ongelukkige zielen van de diepte kan worden gedaan, is zo omvangrijk. Want een enkele ziel heeft weer haar aanhang, die nu als het ware door uw hulp mede wordt verlost, wat nu voor het einde der aarde, voor het begin van een nieuwe verlossingsperiode, van zeer groot belang is. Want er worden toch nog ontelbare zielen behoed voor het lot van de hernieuwde kluistering - die ze echter onherroepelijk zou verrassen als ze nog in de diepste duisternis zouden smachten en er hun geen weg omhoog was gewezen. Ik heb al mijn schepselen lief en Ik wil niet dat ze eindeloos lange tijd moeten lijden. Maar Ik houd Me aan mijn wet van de eeuwige ordening en kan daarom niet in strijd met de wet de zielen verlossen die Mij nog tegenstand bieden. Maar uw liefde kan deze weerstand breken en dan kan ook mijn liefde actief worden.

Daarom help Ik allen die u bij Mij aanbeveelt, voor wie u bidt. En Ik bevrijd ze uit hun nood, want mijn liefde houdt nooit op. Mijn liefde omvat al mijn schepselen. Mijn liefde wil dat ze allen gelukzalig worden.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte