Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/4570

4570 Geestelijke samenwerking

21 februari 1949: Boek 53

In geestelijk opzicht is samenwerking vereist, de een is aangewezen op de hulp van de ander, omdat geestelijke arbeid zelden de steun van wereldlijke zijde zal ondervinden en daarom 'n verbreiding moeizamer is en de steun van hen nodig heeft die vanuit dezelfde geest leven. En nu is de wil van de enkeling, hoe ver hij voor MIJ een bekwame arbeider is in Mijn wijngaard, doorslaggevend. In volledige vrije wil moet de arbeid voor MIJ en Mijn rijk verricht worden, niemand mag onder druk staan iets te moeten doen tegen zijn wil, maar de rijkste zegen zal hij ontvangen die door zijn hart gedreven wordt, die uit liefde tot MIJ voor MIJ werkzaam is, want hij zelf zal zijn geestelijke rijkdom vergroten, hij zal vreugde scheppen in de schatten waarmee hij arbeidt, en hij zal zich gedrongen voelen deze rijkdom ook voor anderen toegankelijk te maken.

Daarom zal hij voortdurend geestelijke uitwisseling tot stand willen brengen en alleen al daarvoor mensen nodig hebben die hetzelfde nastreven en de samenwerking van dezen op geestelijke basis is verzekerd. Als een mens die het geestelijke nastreeft niet zijn hart kan uitstorten, zou zijn arbeidsveld beperkt zijn en zou hem vermoeid maken, maar overal zijn mensen te vinden die er naar streven om bij MIJ te komen, en geestelijke gemeenschap zoeken om Mijn Woord uit te kunnen wisselen al naar hun werkzaamheid. De een moet voor de ander een steun zijn en ieder wijs IK de arbeid toe die hij kan verrichten, als hij maar wil; maar zijn wil dwing IK niet omdat de liefde voor MIJ hem moet aanzetten om voor MIJ werkzaam te zijn. Draagt hij deze liefde in zich, dan hoeft hij niet van buitenaf gestimuleerd te worden, dan spoort het hem van zelf aan om te werken voor MIJ en Mijn rijk, en hij zal de rijkste zegen ontvangen en vlijtig voor MIJ werkzaam zijn.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte