Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/2454

2454 De meest eenvoudige leefwijze in de komende tijd - Het lot van ieder afzonderlijk

22 augustus 1942: Boek 33

De komende tijd zal een geweldige verandering van de bestaande levensomstandigheden met zich meebrengen. En de mensen zullen gedwongen zijn een volkomen ander leven te leiden, temidden van verwarring en vreselijke wanorde. Want de komende natuurcatastrofe zal de grootste verwoestingen aanrichten en er zal een lange tijd nodig zijn, voordat de oude ordening is hersteld. Ieder mens zal genoegen moeten nemen met de meest eenvoudige leefwijze. Hij zal geen enkel luxueus leventje voor zich kunnen opeisen, maar aan ontberingen en lasten zijn blootgesteld, waarvan hij denkt ze bijna niet te kunnen uithouden.

En nu zal hij zich vaak de vraag stellen, waarom hem dit verzwaarde leven is toebedacht. En hij zal daar geen ander antwoord op kunnen geven, dan dat de toestand van zijn ziel deze beproeving nodig heeft. En geeft hij zich dit antwoord uit zichzelf, dan zal hij ook proberen zich aan de moeilijker gemaakte levenssituaties aan te passen en zich als compensatie een gemakkelijker leven in het hiernamaals voorstellen. En dan zal het ook gemakkelijker te dragen worden op aarde, want alleen dit inzicht moet hij verkrijgen, dat geheel beantwoordt aan het eeuwige raadsbesluit van God, wat er ook over de mensen komt. En dan zal hij ook voor de medemens een meevoelend hart hebben. Hij zal hem helpen, waar het geoorloofd is. En die in God geloven en op Hem aansturen, zullen wederzijds nood lenigen. Want in hen is de liefde. En deze helpt alles te verdragen en overwinnen, want ze voert de mens de kracht toe uit God, Die de Liefde Zelf is.

De instelling van de mens tegenover de nood van de medemensen zal maatgevend zijn, hoe lang hij zelf behoeftig en in moeilijke levensomstandigheden op aarde moet rondgaan. Hij kan deze zelf verbeteren, door zijn wil om de medemens te helpen. Want nu geeft God hem ook de mogelijkheid zijn wil te realiseren, doordat Hij Zelf hem datgene verschaft, waaraan het hem ontbreekt, opdat hij ook aan diegenen kan doorgeven, die net als hij in kommerlijke levensomstandigheden leven en dus een moeilijk bestaan leiden.

De intelligentie van de enkeling zal niet doorslaggevend zijn, want deze zal niet tot veel in staat zijn, omdat alle levensvoorwaarden anders zijn geworden dan tevoren. En alleen het grootste geduld en de grootste offerbereidheid maken het leven onder elkaar draaglijk. Want hiervan laat God het afhangen, welk lot de enkeling te dragen heeft.

God Zelf is de Liefde en deze Liefde wil niet het leed der mensen, maar hun geluk. Alleen kan hen dit geluk niet worden gegeven, zolang ze zelf God nog niet als de Liefde herkennen. Maar om Hem te leren herkennen moet het hart veranderen tot liefde. En meestal wordt de liefde gewekt door grote nood en zorgen. En dus moet God dergelijke zaken over de mensheid zenden, om de vonk van liefde in het hart van ieder mens te ontsteken. En zoals hij zich nu waarmaakt, zo wordt hij ook bedeeld van de kant van de eeuwige Godheid.

En zo kan hij zich heel vlug weer een draaglijk leven verschaffen, als hij zelf ook het zijne ertoe bijdraagt, de nood van de medemens te lenigen. En er zal hem waarlijk gelegenheid genoeg worden geboden, zijn hart te laten spreken. Hij zal werkzaam kunnen zijn in liefde, op de meest verschillende manieren. Zowel geestelijk alsook aards worden eisen aan hem gesteld, waaraan hij alleen maar hoeft te voldoen om voor zichzelf de nood te verminderen en het leven voor zich draaglijk te maken.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte