Bron: https://www.bertha-dudde.org/nl/proclamation/0927

0927 Gebrek aan geloof – Macht van het gebed – Toeval

24 mei 1939: Boek 18

Denk overal en altijd aan de Heer en jullie zullen ook Zijn trouwe steun in alle nood gewaarworden. Degene, die zich in Zijn bescherming begeeft, hoeft zich waarlijk geen zorgen te maken over wat de volgende dag hem brengt. En het lot van degene, die in werkelijk vertrouwen zijn blik naar Hem opheft, ligt in Gods hand. De kleingelovige daarentegen weert zich tegen het gevaar van buiten en kan het toch niet van zich afwenden, want voor hem is ze nodig, opdat zijn geloof en zijn vertrouwen in de Heer ontwaken of toenemen. En als hij nu aarzelend is en aan zijn gebed geen kracht toekent, zal hij zwaar te strijden hebben. En dit enkel door het gebrek aan geloof.

In de komende tijd zullen al degenen, die het aan geloof ontbreekt, in erge nood geraken en een voelbare druk zal op hen uitgeoefend worden. De mens plaatst zich bijvoorbeeld in een toestand, waarin hij een besluit moeten nemen over een belangrijke kwestie, waarbij hij zich niet op de hoogte gebracht heeft voor wat betreft het effect, dat de genomen beslissing kan hebben. Dan zal een bepaalde onzekerheid hem grijpen. En hij zal begrijpelijkerwijs om raad vragen en hij zal zich nu tot iemand wenden, die in staat is om zowel het nut als ook het nadeel te beoordelen, die deze beslissing tot gevolg heeft en deze zal hem in zijn voordeel adviseren.

Maar precies zo wil de goddelijke Heiland ook in aardse kwesties om Zijn raad gevraagd worden, omdat Hij toch in staat is om het mensenkind het grootst mogelijke voordeel te verschaffen, die niet alleen een lichamelijk, maar ook een zuiver geestelijk effect heeft. Maar dit vereist ook eerst weer, dat de kinderlijke verbinding met de Vader tot stand gebracht wordt, want alleen een kind is in staat om zo innig tot de Vader te bidden, dat hem ook vervulling gegeven wordt. En daarom heeft de Heer hen ook allemaal toegeroepen: “Kom allen tot Mij, die vermoeid en belast zijn, en Ik zal jullie verkwikken”.

En als de Vader in de hemel jullie deze verzekering geeft, moet jullie geloof steun vinden aan deze woorden. Jullie moeten onvoorwaardelijk aannemen, wat de Heer en Heiland zegt, niet twijfelen en niet aarzelen om de goddelijke wil te vervullen en een onbegrensd vertrouwen in Hem in het hart te dragen. En jullie moeten denken aan de eeuwigdurende zorg van de Heer. De Heer trekt Zijn wil geen moment van jullie, Zijn schepselen, terug.

De meest veelsoortige toevalligheden in het leven zouden de mensen te denken moeten geven, dat alle gebeurtenissen in het leven volgens een bepaald wijs plan zo plaatsvinden, zoals dat het geval is en juist deze toevalligheden zijn alleen maar een zichtbaar ingrijpen van een onzichtbare macht. En dus moet ook de mens te midden van alle gebeurtenissen staan, en de Leider van alle scheppingswerken moet ook die macht toegekend worden, om de toebedachte beschikkingen van het lot naar believen te kunnen afwenden.

En de mens heeft het gebed nodig, opdat hij het zelf in de hand heeft om al het moeilijke aan de goddelijke Heer over te geven en daardoor bevrijd zijn gang over de aarde te mogen gaan en in zekere zin dus de weg te kiezen, die hem in geestelijk opzicht het grootste voordeel brengt. Echter zonder de goddelijk kracht uit te schakelen, want deze is het pas, die het aardse wezen van het juiste resultaat verzekert. Dit moet echter bewust afgesmeekt worden. De mens erkent zo dus in diep geloof de Goddelijkheid en Diens werkzaam zijn in liefde, almacht en wijsheid.

Amen

Vertaald door Gerard F. Kotte